Dat anodiseren zou plaatsvinden in zwavelzuur (H2SO4) is een veel gehoorde misvatting. In het Duitse vakblad ‘Galvanotechnik’ stond daarover in nummer 6/2006 een interessant artikel van Dieter Brodella. Hij stelt in het artikel dat bij een H2SO4-concentratie onder de 84,5% er in waterige oplossingen geen H2SO4-moleculen voorkomen. Derhalve is er feitelijk dus geen sprake van zwavelzuur. Wel bevat die oplossing oxoniumionen, waterstofsulfaationen en sulfaationen inclusief hun hydraten. En dit geldt behalve voor alle galvanische processen, ook voor etsoplossingen met zuur en voor zuurreinigers waarbij waterige oplossingen van verdund zwavelzuur worden gebruikt.

Dit werpt natuurlijk een heel ander licht op de zaak, want waterstofsulfaten en andere sulfaten zijn vanuit ecologisch/toxicologisch oogpunt bezien namelijk onschadelijk. Schadelijke effecten worden alleen geassocieerd met de zuurgraad en zijn dus afhankelijk van de concentratie en dit geldt in feite voor alle minerale zuren.

EU-richtlijn
Teneinde werknemers te beschermen tegen het gevaar van chemische stoffen op de werkplek heeft de Europese Commissie de Richtlijn 2006/15/EG van 7 februari 2006 opgesteld. Hierin staan de op gemeenschapsniveau te bepalen beroepslimieten. In de zin van deze EU-richtlijn betreft dit niet bindende waarden die zijn gericht op gezond en veilig werken. De waarden zijn afgeleid van de nieuwste wetenschappelijke gegevens waarbij ook rekening is gehouden met de best beschikbare technieken. We hebben het dan over blootstellingslimieten waaronder geen schadelijke effecten van de stof te verwachten zijn.

Lagere waarden?
In Duitsland is momenteel sprake van het voornemen om de maximale werkplekconcentratie te verlagen van 1 mg/m3 naar 0,2 mg/m3 als nieuwe beroepslimiet. Voor veel oppervlaktebehandelingsinstallaties is deze waarde echter niet haalbaar. Met name geldt dit voor installaties die speciaal beschikken over grote elektrolyttanks die niet achteraf kunnen worden gevuld met luchtextractie. Dit is echter niet vereist vanwege het feit dat alle informatie over de schadelijke effecten van geconcentreerd zwavelzuur niet van toepassing is omdat het H2SO4-molecuul niet vrij voorkomt in verdunde oplossingen! Daar komt bij dat alle metingen die tot nu toe zijn gedaan in fabrieken voor de oppervlaktebehandeling van aluminium en in de galvanische industrie, waarbij een waarde van meer dan 0,1 mg H2SO4 werd gemeten niet kloppen! Die metingen zijn namelijk gebaseerd op foutieve analysemethoden waarbij geen zwavelzuur, maar het relatief onschadelijke sulfaat is gemeten.

Nieuwe uitgangspunten
Het is derhalve absoluut noodzakelijk om over te gaan op een nieuwe evaluatie volgens de specificaties van de Europese richtlijn. Bedenk daarbij dat zowel voor de oppervlaktebehandelingsindustrie, de galvanische industrie, als bedrijven met anodiseerinstallaties een beroepslimiet voor zwavelzuur of zwaveltrioxide niet relevant is. Voorgesteld wordt om een nieuwe evaluatie te maken van waterstofsulfaat, waarbij het schadelijke potentieel van andere minerale zuren als basis genomen moet worden.