Afgelopen week heeft het Cross Industry Initiative (CII) namens 60 organisaties een position paper gestuurd naar het bevoegd gezag. Dit omdat naar aanleiding van recente ontwikkelingen het noodzakelijk leek om vanuit een EU-breed intersectoraal initiatief, te pleiten voor betere regelgeving in het beheer van chemicaliën. Ook Vereniging ION ondertekende.

Let op: dit document is een herziene versie van een eerdere position paper, dat wordt aangevuld met uitgebreidere vakspecifieke rapporten. Het algemene bericht dat door het originele position paper is geadresseerd, blijft ongewijzigd bestaan.

Onderstaande tekst is een (vrije) vertaling van de position paper.


Managementsamenvatting:

  • Betere regelgeving op het gebied van chemicaliënbeheer vereist identificatie, implementatie en handhaving van de meest effectieve risicobeheeroptie, toegesneden op een specifiek risico.
  • Wanneer autoriteiten een risico identificeren, maar vinden dat het beperkt is tot de werkplek, biedt de werkplekspecifieke wetgeving de meest effectieve en proportionele managementbenadering.
  • Het toevoegen van een kandidatenlijst en REACH-autorisatie zal de bescherming van werknemers niet verbeteren; het kan in plaats daarvan een negatieve impact hebben op het bereiken van belangrijke milieu- en andere beleidsdoelstellingen.
  • De medeondertekenaars van dit document dienen een concreet pakket voorstellen in om betere regelgeving te bereiken aangaande het beheer van chemicaliën op de werkplek.

De ondertekenende organisaties vertegenwoordigen bedrijfstakken en technologieën die sterk bijdragen aan het concurrentievermogen, de economische groei en de banen in de Europese Unie (EU). De industrie vervaardigd en/of gebruikt inderdaad stoffen die onmisbaar zijn voor onder andere (geavanceerde) technologische materialen, innovatieve productietechnologieën en biotechnologie, noodzakelijk voor het integrale EU-beleid, inclusief milieu- en gezondheidsdoelstellingen.

Gezamenlijk steunen deze organisaties het beleid voor betere regelgeving in het algemeen, en het verbeteringsprogramma (REFIT) in het bijzonder. In deze position paper geven ze een concrete richting over hoe betere regelgeving kan worden toegepast op het gebied van het beheer van chemicaliën.

Terwijl REACH van overheidswege is vastgesteld als de regelgevende pijler van het EU-beheer van chemicaliën en ook heeft bijgedragen aan een ongeëvenaarde gegevensverzameling over het gebruik en de effecten van stoffen, zijn de organisaties van mening dat een vermelding REACH-kandidatenlijst en autorisatie niet als de voorkeur moet worden beschouwd, wanneer potentiële risico's van een stof beperkt blijven tot de werkplek en op effectievere manieren kunnen worden aangepakt door wetgeving op de werkplek.

Verwijzend naar de Commissie Roadmap op zeer zorgwekkende stoffen (SVHC Roadmap), willen de organisaties benadrukken dat Risk Management Option Assessments (RMOA's), gericht op het identificeren van de beste regelgevingsoptie over het beheersen van het risico, een beter alternatief zijn voor het inrichten van de best denkbare regelgeving. Dat kan binnen REACH, maar mogelijk ook buiten REACH.

Naar de mening van de ondertekenaars moet wetgeving op de werkplek de volgende kenmerken hebben:

  • Geen enkelvoudige risicodefinitie, maar een meer holistische aanpak in het inventariseren van mogelijke risico's op de werkplek. Dit betekent ook die aspecten aanpakken die niet direct worden gedekt door de vraag vanuit REACH, maar ook vanuit andere wetgeving.
  • Onderschrijft het principe van “vervangen als het kan en autoriseren als het moet en veilig kan” van SVHC-stoffen; en
  • Laat gelden vrijvallen die direct bijdragen aan het veiliger maken van de werkplek in plaats van het heffen van grote fee’s die nodig zijn voor het doen van een autorisatieaanvraag.

Het toevoegen van een REACH-autorisatie bovenop de wetgeving die geldt voor de werkplek voegt geen enkele beschermingslaag toe voor werknemers, maar heeft wel nadelige gevolgen voor het concurrentievermogen van productielocaties, het doen onderzoek en ontwikkeling, beperkt de recyclingsector, enzovoort.

De organisaties pleiten daarom voor een op maat gemaakt en gericht gebruik van REACH-autorisatie voor alleen de relevante stoffen. Het mag niet worden toegepast op gevallen waarin de bestaande regelgeving zou dupliceren en er al een effectievere en proportionele optie voor risicobeheer bestaat.

De organisaties stellen voor dat de Europese Commissie en de lidstaten:

  1. De wetgeving op de werkplek, waaronder EU-wijde grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling (OEL's) te erkennen als de meest effectieve risicobeheeroptie voor stoffen waarbij een risico moet worden aangepakt en beperkt tot de werkplek;
  2. Na te gaan hoe de EU-capaciteiten voor een snellere vaststelling en/of herziening van EU-brede grenswaarden kunnen worden versterkt;
  3. Over te gaan tot het vaststellen van voor de hele EU geldende grenswaarden voor stoffen, wanneer op de werkplek een risico wordt vastgesteld; en
  4. Ervoor te zorgen dat in de beschreven gevallen geen aanvullende en onnodige regelgevende maatregelen (bijv. kandidaatsvermelding, autorisatie) worden toegepast, d.w.z .:
  1. Wanneer het geïdentificeerde risico voor elk gebruik van een stof effectiever kan worden aangepakt door arbeidswetgeving, de stof mag niet worden opgenomen in de kandidaatslijst-5; en
  2. Wanneer het geïdentificeerde risico voor sommige toepassingen van een stof effectiever kan worden aangepakt door wetgeving op de werkplek, moet dat gebruik worden vrijgesteld van REACH-autorisatie overeenkomstig artikel 58, lid 2, van de REACH-verordening.

De organisaties, verenigd in het Cross Industry Initiative kijken ernaar uit om hierin samen te werken met de Commissie, andere overheden en belanghebbenden

In dit onderwerp, als een positieve stap voor het veilige gebruik van stoffen en Europa's concurrentievermogen en werkgelegenheid te waarborgen.