Chroom-6 is een CMR-stof en via REACH wil de overheid de markt dwingen tot het uitfaseren van de stof. Echter chroom-6 is voor de oppervlaktebehandelende branche ook een belangrijke en veelvuldig toegepaste (productie) stof. Uitzondering hierop is chroom-6 als additief in een natlak. Daar blijft chroom-6 als een (klein) aandeel van de totale massa, wel als chroom-6 in het eindproduct aanwezig. Maar hiervoor is reeds een alternatief gevonden, en voor nieuwe applicaties wordt geen chroom-6-houdende verf meer toegepast, tenzij voor hele specifieke toepassingen en binnen een specifiek gereguleerde werkwijze. Voor chroom-6 in toepassingen als hardchroom of industrieel chroom is de zoektocht naar een alternatief al vele jaren geleden gestart. Helaas tot op heden zonder groot succes. Ondanks het feit dat alleen de Nederlandse industrie al €50 miljoen heeft geïnvesteerd en veel bedrijven op eigen initiatief kleinschalige testen doen, is een universeel toepasbaar alternatief nog niet gevonden. Wel zijn er diverse deeloplossingen gevonden. Zo kan bijvoorbeeld soms met chroom-3, soms met thermisch spuiten, soms met PVD/CVD en soms met nog iets anders, op kleine schaal worden vervangen. Echter, een vervanger is pas een vervanger als deze vervanger ook op de langere termijn de gevraagde oppervlaktetechnologische functie behoud. Ondanks het feit dat er diverse workshops over vervanging van chroom-6 (mede) zijn georganiseerd door Vereniging ION en er veel publicaties zijn gedaan over (mogelijke) alternatieven, ontbreekt een goed overzicht en worden er te pas en te onpas claims op "vervangers" gedaan. 

Vanwege de veiligheid voor werknemers en de omgeving, zijn opdrachtgevers, aannemers en werkgevers zeer alert wanneer er gewerkt wordt met chroom-6. Voor veel partijen is het duidelijk dat ze iets moeten met chroom-6, maar wat moet er gebeuren? Welke mogelijkheden voor onderzoek zijn er? Hoe bepaal je welk onderzoek geschikt is voor de eigen situatie?
Gelukkig staan we als Nederlandse industrie niet alleen in deze vragen. We merken dat er ook elders in Europa behoefte is aan meer inzicht en kennis. Samen met Eiffo, een netwerkorganisatie van ervaren specialisten in Duitsland, vormen we een cluster van leden van Vereniging ION en oppervlaktebehandelende bedrijven uit de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen, Hessen, Baden-Württemberg, Beieren, het oostelijke deel van Oostenrijk en Noord-Zwitserland. Daarbij gaan we gezamenlijk werken aan een gemeenschappelijke visie die wordt uitgewerkt in een roadmap om vervolgens aan de slag te gaan met de technologische implementatie van REACH.

We treffen nu binnen korte tijd de voorbereidingen voor:

  • Een coöperatief netwerk waarmee we (alternatieve) oppervlaktetechnologieën gaan ontwikkelen en beoordelen.
  • Waarbinnen we positief beoordeelde technologieën ondersteunen.
  • Betrokkenheid van alle relevante stakeholders binnen de supply chain.
  • Mogelijkheden om specifieke R&D-projecten te starten en uit te voeren voor:
    • technologische ontwikkeling van individuele toepassingen
    • het beoordelen en reduceren van sociaaleconomische problemen en risico's.
  • Ontwikkeling van parameters, gericht op de oppervlaktetechnologieën, om de toepassingen te evalueren.

REACH
In het kader van de implementatie van de Europese REACH-directive in de oppervlaktebehandelende industrie, heeft de vervanging van op chroom-6 een belangrijke prioriteit. Immers, momenteel lopen de autorisatie aanvragen, die naar alle waarschijnlijkheid onder strikte voorwaarden voor een korte duur worden verstrekt. Bij een her-autorisatie zal in ieder geval een alternatieve analyse moeten worden gedaan. Er is dus behoefte aan veel onderzoek, ontwikkeling en innovatie voor vervanging. Daarbij is de daadwerkelijke beschikbaarheid van een alternatieve technologie op de markt de belangrijkste voorwaarde. Zowel overheidsinstanties als de industrie is zich daarvan bewust.

Om te beoordelen of een alternatief als een ‘beschikbare technologie’ kan worden beschouwd moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

  • De innovatieve/alternatieve technologie moet daadwerkelijk op de markt zijn/worden geïntroduceerd.
  • De technische en commerciële haalbaarheid moet op industriële schaal daadwerkelijk worden bewezen. Er moet bewijs zijn dat aan relevante Europese, nationale of sector-/branche specifieke normen voor oppervlaktebehandeling wordt voldaan (zoals de specificaties van grote OEM's van een sector, bijvoorbeeld Airbus in de lucht- en ruimtevaartindustrie).
  • Het voldoen aan de eisen van grote klanten is dus cruciaal om de haalbaarheid van een alternatieve technologische oplossing te beoordelen.
  • De gehele waardeketen dient betrokken te zijn bij de overwegingen.

Algemene noodzaak tot innovatie
Onafhankelijk van de chroom-6 discussie is er een algemene noodzaak om te innoveren in de oppervlaktebehandelende industrie. De markt eist dat. De gehele oppervlaktebehandelende (en raffinage) industrie is betrokken, ongeacht de technologieën die worden toegepast. De belangrijkste aanjagers van deze ontwikkeling zijn:

  • Milieuwetgeving.
  • Wetgeving op het gebied van arbeidsveiligheid.
  • De urgentie om de resource efficiency te verhogen met het oog op klimaatverandering en schaarste aan kritieke materialen.
  • De groeiende vraag naar steeds slimmere en flexibelere productieoplossingen.
  • Het toenemende gebrek aan geschoold personeel.

Bedrijfsmodellen veranderen en bedrijfsprocessen zullen moeten reorganiseren. Om deze substantiële veranderingen te managen, hebben bedrijven behoefte aan innovatieondersteuning en externe kennis voor de evaluatie en beoordeling van beschikbare technologieën, voor de technologische ontwikkeling van individuele toepassingen en voor het beheer van de daadwerkelijke implementatie van de ontwikkelde technologieën.

Wilt u ook meedoen?
Ondersteuning van de bedrijven kan het beste worden verleend door een netwerkinitiatief met samenwerking op Europees niveau, gecoördineerd door ervaren experts op het gebied van innovatiemanagement en met betrokkenheid van alle relevante belanghebbenden in de toeleveringsketen. Daarom dat Eiffo, Vecco en Stichting Innovat.ION de handen ineen hebben geslagen en samen deze handschoen oppakken.

Het betreft dus een innovatieproject. Inmiddels is ondersteuning vanuit de Duitse overheid toegezegd. De mogelijkheden voor ondersteuning vanuit de Nederlandse overheid wordt nog onderzocht, evenals een bijdrage uit het InterReg fonds. Het is voor applicateurs een unieke gelegenheid om te participeren in de ontwikkeling van nieuwe technologieën, die de onderneming toekomstbestendig maken. Voor toeleveranciers van "geclaimde" alternatieven is het een unieke gelegenheid om de technologie te valideren. Deelnemers zullen wel (veelal in tijd) actief moeten bijdragen in het project en hebben daarmee het recht op het gebruik van de uitkomsten.

WILT U OOK MEEDENKEN MET ONZE GEMEENSCHAPPELIJKE AANPAK? VRAAG INFORMATIE OP EN GEEF VOOR 1 MEI 2020 INPUT OP DE PLANNEN! Stuur een e-mail naar: debruin@vereniging-ion.nl.