Vanaf 31 december 2020 gaan alle bedrijven, die nu meedoen aan de MJA3, onder een ander regime vallen. Hoewel veel nog niet duidelijk is, en de brancheverenigingen nog in gesprek zijn met het Ministerie van Economische Zaken & Klimaat, is het goed om alert te zijn en niet te wachten tot het laatste moment. Wat verandert er?

Het grootbedrijf (ca. 4.300 bedrijven in Nederland) moet een EED maken. Hiervoor heeft de overheid een website gemaakt: https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/energie-besparen/europese-energie-efficiency-richtlijn-eed/energie-audit-eed

Voor het MKB bestaat nu een informatie- en energiebesparingsplicht (Wet milieubeheer):

  • Energiebespaarplicht: bedrijven en instellingen die meedoen aan het MJA3-convenant (en MEE) zijn niet uitgezonderd van de energiebespaarplicht (alle maatregelen treffen met een terugverdientijd ≤ 5 jaar) uit het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Wel geldt dat bij inrichtingen die deelnemen aan de MJA3, het bevoegd gezag er van uit kan gaan dat ze tijdens de looptijd voldoen aan Wet milieubeheer. Voorwaarde is dat het energie-efficiëntieplan (EEP) is goedgekeurd en de energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder worden uitgevoerd (zie handreiking erkende maatregelen energiebesparing).
  • Informatieplicht: MJA- (en MEE-)bedrijven zijn vrijgesteld tot de volgende ronde rapportage informatieplicht in 2023. Met de huidige EEP’s 2017-2020 hebben zij aan de eerste ronde informatieplicht in 2019 voldaan.
  • Vergunningsplichtige convenantdeelnemers: de (zekere) energiebesparende maatregelen uit het EEP worden (soms) door de vergunningverlener in de omgevingsvergunning milieu opgenomen.

Om tot goede afspraken te komen is vanuit het MJA3 Platform een kleine groep aangewezen die de gesprekken voert. Door de Coronabeperkingen liggen de gesprekken nu even stil, maar door de tijdsdruk zal er nog wel veel voor de zomer geregeld moeten worden. Immers, wetgeving moet ingaan op 1 januari  2021 en moet nog door het Parlement. En als er voor uitvoering gelden nodig zijn, moeten die op Prinsjesdag worden gealloceerd. Hierbij zetten de brancheverenigingen vooral in op:

  • Compliance: hoe kan zo makkelijk mogelijk – liefst in één rapportage – worden voldaan aan meerdere verplichtingen en voor meerdere vestigingen,
  • Stimulering: hoe worden maatregelen gestimuleerd, die verder gaan dan de wettelijke verplichtingen (bijvoorbeeld met een terugverdientijd > 5 jaar).