Deze vraag is simpel, het antwoord echter niet.

Vanuit normen en praktijkrichtlijnen zijn er verschillende omschrijvingen. Enkele voor thermisch spuiten (aluminiseren en schooperen zijn vormen van thermisch spuiten) van belang zijnde normen zijn:

  • NEN-EN 13507:2010, Voorbehandeling van oppervlakken van metalen delen en onderdelen voor thermisch spuiten.
  • NEN-EN-ISO 14713:1999, Bescherming van ijzer en staal tegen corrosie. Zink en aluminium deklagen.
  • NEN-EN-ISO 2063:2005, Thermisch spuiten - Metallieke en andere niet-organische deklagen - Zink, aluminium en hun legeringen.

In deze normen wordt verwezen naar bekende normen voor stralen, o.a:

  • NEN-EN-ISO 8501-1, Voorbereiding van oppervlakken van staal voor het aanbrengen van verven en aanverwante producten - Visuele beoordeling van oppervlaktereinheid. Deel 1: Voorbehandeling voor roest van niet-bekleed staal en van staal na verwijdering van voorgaande deklagen.
  • NEN-EN-ISO 8503-1, Voorbereiding van oppervlakken van staal voor het aanbrengen van verf en aanverwante produkten - Eigenschappen van gestraalde oppervlakken van staal - Deel 1: Specificaties en definities voor vergelijkingsmonsters voor de ISO-ruwheid voor de beoordeling van gestraalde oppervlakken.
  • Diverse delen uit de series NEN-EN-ISO 11124 t/m 11127. Deze geven beschrijvingen, eigenschappen en testmethoden van metallische- en niet-metallische straalmiddelen. Hierin wordt geen verband gelegd tussen korrelgrootte, straaldruk en ruwheid.

In de normen is te lezen dat de straalreinheid voor zinkbedekkingen Sa-2½ en voor aluminiumbedekkingen Sa-3 moet zijn. De straalruwheid moet “voldoende zijn voor een goede hechting”.

In de norm NEN-EN 13507:2010  wordt over de ruwheid geschreven:
"Since roughness is not the only requirement of the surface preparation for thermal spraying, details of the roughness (peak-to-valley height) have been disregarded as well as their control. Specific roughness patterns shall be agreed and these will serve as reference for the profile required”.

In de publicaties “Thermisch Spuiten VM95” (FME-Metaalunie-NIL) en “Praktijkrichtlijn voor het aanbrengen van thermisch gespoten lagen op staal, gevolgd door een organische deklaag” (EVIO, hoofdstuk 5) staan wel ruwheidswaarden vermeld, maar deze verschillen wel van elkaar (100 µm piek-dal resp. 50-80 µm piek-dal, afhankelijk van de te spuiten laagdikte).

Kortom, het is geen eenvoudige zaak. Maar met een inert, scherpkantig straalmiddel stralen tot de juiste reinheidsgraad zal over het algemeen ook voldoende ruwheid opleveren. De partijen kunnen ook vooraf overeenkomen tot welke ruwheid gestraald moet worden en met welk straalmiddel/korrelgrootte. Dat is dan vervolgens wel weer volgens normen te meten en vast te leggen.

Datum: september 2015