Aan- en afvoer van gevaarlijke stoffen voor een oppervlaktebehandelend bedrijf valt onder de ADR. Om een (externe) veiligheidsadviseur te voorkomen heeft Vereniging ION al diverse overleggen gevoerd en afspraken gemaakt. De bevindingen zijn via het vakblad OT (juli/augustus 2016) en de website (december 2018) gecommuniceerd.

De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft in december aangegeven dat het artikel in de OT van juli/augustus 2016 (https://issuu.com/jetvertising/docs/oppervlaktetechnieken7816?e=15052664/38318703 pagina 22) wellicht een aanvulling behoefde. In december 2018 (https://vereniging-ion.nl/inspectie-leefomgeving-transport-komt-koffie-ion-verduidelijking-verantwoordelijkheid-ontdoener) is hier een gesprek over geweest. Afgesproken is toen, om ook een bedrijf te bezoeken als bedoeld om in de echte omgeving de thema's te benoemen waar volgens de ADR wel aan moet worden voldaan door een oppervlaktebehandelend bedrijf.

Op 2 juli 2019 was het zover, en werd een MKB galvano bedrijf (20 medewerkers) bezocht. Na een vriendelijke ontvangst werden de aanwezigen voorgesteld en werden de verwachting van Inspectie Leefomgeving en Transport toegelicht. De inspectie is goed verlopen, maar er waren wat leermomenten. De relevante punten zullen we hieronder toelichten.

Omdat het bedrijf zelf de ZZS-/CMR-stoffen niet lost, hoeft hier geen veiligheidsadviseur te worden ingezet. Daar is overeenstemming over. Volgens zeggen was tot tweemaal toe een aflevering geweigerd, omdat de chauffeur niet kon lossen. De instructie aan de magazijnmedewerkers was mondeling, en eigenlijk voldoende (ADR eist geen schriftelijke procedure), maar het verdient aanbeveling om een schriftelijke procedure te hebben. Dit kan worden toegevoegd aan de ISO 9001. Overigens is bij een tanktransport altijd een veiligheidsadviseur noodzakelijk.

Het bedrijf bleek geen procedure te hebben voor het geval er een zending aangeleverd wordt met een kapotte verpakking. Als geadresseerde heb je dan wel een verantwoordelijkheid. Afgesproken is dat Vereniging ION zal nagaan welke verplichtingen er uit de ADR 1.4 voortvloeien. Deze tekst zal later via het ledengedeelte van de website aan de leden ter beschikking worden gesteld.

Het bedrijf zorgt ervoor dat de lege IBC's en jerrycan's gespoeld worden. Daarmee zijn alle ZZS-/CMR-stoffen uit de verpakking en is dit geen zending meer die onder de ADR valt. Wel moeten de stickers met de gevaar waarschuwing dan verwijderd of afgeplakt worden.

Het afval bij dit bedrijf is een filterresidu uit de eigen afvalwaterzuivering. Dit residu werd niet aangemerkt als een ZZS-/CMR-stof, omdat het filterresidu alleen filterresten bevat van de baden. De ZZS-/CMR-stoffen worden in het bad verbruikt en aangevuld als de concentratie te laag wordt. Deze zitten dus niet in het afval. Wel moet een afvalstoffennummer afgegeven worden door de vervoerder en moet de opdracht en het transportdocument getoond kunnen worden.
Indien het afval wel ZZS-/CMR-stoffen bevatten, dan moet een veiligheidsadviseur betrokken worden. Dit hoeft niet een zelfstandige veiligheidsadviseur te zijn, maar deze mag ook in dienst zijn van het afvaltransportbedrijf. De opdrachtbevestiging moet dan wel expliciet benoemen dat de opdrachtnemer zorg moet dragen voor de RIE, de juiste verpakking en de juiste etikettering. De rapportage en de transportdocumenten moeten getoond kunnen worden. 

De volgende stap is dat we een bedrijf zullen bezoeken met Inspectie Leefomgeving en Transport die wel afval als ZZS-/CMR-stof afvoert. Vrijwilligers kunnen zich melden bij Vereniging ION (stremmelaar@vereniging-ion.nl of 030 - 630 03 90).

Daarnaast heeft Vereniging ION het punt van de laad- en loshandeling van een ZZS-/CMR-stof voor het oppervlaktebehandelend bedrijf zelf zonder dat een externe veiligheidsadviseur wordt betrokken, aangebracht in de Maatwerkaanpak Regeldruk Metaal. Via dat kanaal zal worden bekeken of we hier in de praktijk niet anders mee om kunnen/moeten gaan.

Wordt vervolgd.