Egbert Stremmelaar

Het afgelopen jaar heeft de Inspectie SZW tientallen nieuwe inspecteurs aangenomen. Ook zijn er door de reorganisatie van de inspectiediensten (RUD’s) nieuwe inspecteurs bijgekomen. Wat betekent dit voor de branche en hoe kunnen/moeten we hierop reageren?

Een bron van zorg, en een onderwerp waar ION vrijwel dagelijks mee bezig is, is het op orde krijgen van de betreffende wet- en regelgeving op basis waarvan gehandhaafd moet worden. In het project Maatwerkaanpak Knellende Regelgeving, heeft ION onder andere de volgende knelpunten benoemd:

  1. De hoeveelheid lijsten met gevaarlijke stoffen en de onvolkomenheden hierin. Ook is er geen uitvoeringsvolgorde aangegeven.
  2. Het gebrek aan eenduidige grenswaarden.
  3. De onuitvoerbaarheid van het opstellen van volledig dekkende blootstellingscenario’s.

Het volledige rapport, een project van het ministerie van EZK en uitgevoerd door SIRA, staat op de website van ION. NB: naar de mening van ION bestaan er geen gevaarlijke stoffen. Wel zijn er stoffen die gezondheidsschade kunnen veroorzaken bij NIET deskundig gebruik. Met andere woorden: het gevaar zit niet in de stof, maar in de wijze waarop mensen ermee omgaan. Vanuit milieu-aspecten is de terminologie beter: daar spreken we over zeer zorgwekkende stoffen (ZZS).

Vooropgesteld, bij elk bedrijf moet de basisveiligheid op orde zijn. Daarnaast is het maken van een Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) al heel lang een wettelijk vereiste en zijn er voldoende hulpmiddelen om een goede VOS-boekhouding en “gevaarlijke” stoffen-registratie te kunnen maken. Bedrijven die dat nu nog niet op orde hebben, hebben de afgelopen jaren zitten slapen. Niet alleen heeft de Inspectie SZW daar veel aandacht aan besteed, maar dat geldt ook voor grote instituties als FME/CWM, Koninklijke Metaalunie en uiteraard ION. Niet voor niets werd in de Staatscourant van 22 juli 2019 aangekondigd dat bij het ontbreken van deze elementaire vereisten de Inspectie SZW geen waarschuwing meer geeft, maar direct een boete oplegt. Die bedraagt €4.500 bij het ontbreken van een RI&E.

Inspectie foto Brendsen

INSPECTIE SZW VERVIJFVOUDIGT (!) BUDGET VOOR HANDHAVING
Een aantal fragmenten uit een persbericht van 19 maart 2019:
“Ondanks mogelijke torenhoge boetes voor slechte arbeidsomstandigheden of een gedateerd (of niet-bestaand) RI&E, doen werkgevers nogal eens laconiek over de Inspectie SZW. ‘Die inspectie met z’n onderbezetting… die staat heus niet morgen op de stoep.’ Maar die gedachtegang is onjuist – en in meer dan één opzicht.”

“Inspecteurs gaan niet alleen bij bedrijven langs, er worden ook willekeurige checks gedaan via de computer. Dan krijgt u een mail of een telefoontje: kunt u aantonen dat u werkt met een gecertificeerde arbodienst? Of u krijgt het verzoek om uw Risico-Inventarisatie & -Evaluatie (RI&E) per ommegaande op te sturen.”

“Werkgevers doen er goed aan hun arbogerelateerde zaakjes goed op orde te brengen. Met tientallen miljoenen extra voor de Inspectie kan een te laconieke houding uitlopen op een dure grap.”

Maar er zijn veel onduidelijkheden. Als voorbeeld een probleem met de zelfinspectietool van de Inspectie SZW. Daar vinden we onder andere een aanmoediging op pagina 1. Daar staat “Heeft u het blootstellingsniveau bepaald voor alle gevaarlijke stoffen in uw bedrijf?”. Bij de “beoordeling laten toetsen” staat dan:

  • Bij meer dan 25 werknemers moet u uw eigen beoordeling laten toetsen door een deskundige (arbeidshygiënist of iemand met vergelijkbaar niveau).
  • Bij minder werknemers geldt: als u een erkend RI&E-instrument gebruikt, hoeft toetsing niet. Een erkend RI&Einstrument herkent u aan dit logo.

Hulpmiddelen zijn met een link benaderbaar. Daarin staan zes tools en ook wie het moet invullen. Voor alle zes geldt: in te vullen door: Deskundige op het niveau van een arbeidshygiënist. Het lijkt er dus op dat er altijd een arbeidshygiënist betrokken moet worden. Als dat zo is, waarom dan een onderscheid?

Maar er zijn meer onduidelijkheden, zoals bij de punten die benoemd zijn in de Maatwerkaanpak. Wie op het Arboportaal zoekt naar een lijst met grenswaarden krijgt de volgende opsomming:

  • Grenswaarden zoeken via SER
  • Grenswaarden zoeken via SCOEL (zoek op ‘SCOEL recommendations list’)
  • Grenswaarden zoeken via Gestis (IFA)
  • Grenswaarden zoeken via NIOSH
  • Grenswaarden zoeken via WEELs
  • Grenswaarden zoeken via REACH
  • Grenswaarden bepalen via DOHSBase

Cartoon ION

Hierbij valt op dat de RVS-lijst van het RIVM ontbreekt, terwijl deze lijst wel de meeste informatie bevat (milieu en arbo). Bij deze lijst is het overigens wel weer lastig
om de goede waarde voor de juiste wet te detecteren. Op verzoek van ION heeft het RIVM inmiddels wel de nodige verbeteringen doorgevoerd, maar ondanks alle goede intenties wordt het niet leuker en ook niet makkelijker. Dan blijkt bij bestudering van deze lijsten dat deze niet altijd geactualiseerd zijn. Zo blijkt de SER-lijst ten aanzien van chroom-6 op het moment van schrijven van dit artikel nog de waarde te bevatten van voor 1 maart 2017. De SER heeft overigens wel toegezegd de komende tijd de lijst te actualiseren. Inmiddels werkt het ministerie van SZW wel aan een flowchart die de hiërarchie aangeeft en worden er op diverse websites verbeteringen doorgevoerd. Het ministerie van I&W is gestart met het project IBaS (Integrale Beleidsaanpak Stoffen). Maar het blijft een veelheid aan lijsten en van afstemming tussen de ministeries is ook geen sprake.

Ten aanzien van de blootstellingsbeoordelingen is het voor een bedrijf lastig om alle eventualiteiten te benoemen en uit te werken. Immers: mensen, omstandigheden en
werkstukken veranderen. Vandaar dat ION is gestart met het project “Veilig werken met SVHC/CMR-stoffen”. Deze informatie kunt u op de ION-website terugvinden. Onderdeel van dit project is een YouTube-filmpje (bedoeld voor beleidsmakers) waar de branche laat zien hoe het omgaat met deze stoffen. Met de projectresultaten kunt u zelf nagaan of u de juiste maatregelen heeft getroffen om de medewerkers en de omgeving maximaal te beschermen tegen gezondheidsrisico’s.

Het is ook voor de handhaving lastige materie. Er zijn uiteraard inspecteurs die met vele jaren ervaring door de wol geverfd zijn. Zij snappen veelal de context en zijn ook bereid om in een gesprek aan te geven welke verbeteringen nog verwacht worden. Let op dat ze hierbij nooit “de” oplossing zullen aangeven. Het bedrijf is en blijft verantwoordelijk voor het maken van de juiste keuze en het implementeren van de juiste hulpmiddelen. Maar er zijn ook wat minder ervaren inspecteurs die met de nodige voorzichtigheid een inspectie uitvoeren, en bij voorkeur elk gesprek uit de weg gaan. Zij hanteren veelal een checklist. Het doorgronden van de gevraagde oplossingsrichting is dan veel moeilijker.

Omdat veel ondernemers niet zitten te wachten op inspecties en op minder ervaren inspecteurs wil er nogal eens een felle reactie ontstaan. Hierbij is het als ondernemer goed om te bedenken dat een inspecteur hetzelfde doel nastreeft: het veilig en milieuverantwoord werken met stoffen. Voor een inspecteur is het goed om te bedenken dat geen enkele werkgever bewust nonchalant met de gezondheid van zijn medewerkers omgaat of bewust het milieu wil belasten. Dus wat begrip over en weer is beter voor beide personen.

Om een beter zicht te hebben op het werk van een inspecteur, heeft ION een checklist samengesteld. Deze checklist kan u helpen om de (onverwachte) inspectie voor te bereiden.

En mocht er ondanks alles toch een dispuut ontstaan, schakel dan ION in. Vaak kunnen we u ondersteunen met raad en daad om aan uw wettelijke verplichtingen te voldoen. Want bedenk wel: zowel de ondernemer als de inspecteur zijn voor verbetering van de arbeidsomstandigheden en voor bescherming van het milieu.

Meer informatie:
www.vereniging-ion.nl

Persoonlijke beschermingsmiddelen foto Baril
Persoonlijke beschermingsmiddelen (Foto Baril)