De procedure voor een natte verflaagdiktemeting is als volgt:

  1. Bereken de natte laagdikte uit de gewenste (voorgeschreven) droge laagdikte (zie formule onder de procedure).
  2. Kies de zijde waarop de juiste (berekende) natte laagdikte staat genoteerd.
  3. Plaats deze zijde haaks (loodrecht, dus onder een hoek van 90°) op de natte verflaag.
  4. Zorg dat de zijde stevig in contact is met de vlakke ondergrond zodat beide standvoeten nat zijn.
  5. Verwijder de natte laagdiktemeter zonder deze te schuiven (ook weer loodrecht), zodat alleen de tandafdrukken achterblijven.
  6. De natte laagdikte wordt afgelezen waar de laatste natte tand overgaat in de eerste droge tand. De laatste natte tand geeft de aangebrachte natte laagdikte weer. (Op de foto dus 203 µm).
  7. Veeg voor de volgende meting eerst de tanden schoon.
  8. Als bij de eerste meting alle tanden bedekt zijn met verf deze eerst schoonvegen en vervolgens de meter 1 slag draaien naar grotere laagdiktes.
  9. Herhaal de stappen 2 t/m 6 totdat een goede waarde (als bij 5.) kan worden afgelezen.
  10. De ‘meetplek’ niet overschilderen, deze vloeit vanzelf dicht!

Berekening van de natte laagdikte:

n.l.d. = d.l.d. x 100 / v.p.v.

Waarin:

n.l.d. = natte laagdikte (µm)
d.l.d. = droge laagdikte (µm)
v.p.v. = volume % vaste stof in de verf (staat op productinformatieblad)

Indien aan de verf verdunningsmiddel wordt toegevoegd vóór de applicatie, dan moet een iets hogere natte laagdikte worden aangehouden om de gewenste droge laagdikte te verkrijgen (enkele procenten, afhankelijk van de toegevoegde hoeveelheid verdunningsmiddel).

datum: juni 2016