Er moet een Europees verbod op PFAS komen. Dat voorstel kreeg ruime steun in de Milieuraad in Brussel. Staatssecretaris Van Veldhoven is kartrekker van het zogenaamde restrictievoorstel. Hierdoor wordt PFAS voor alle niet-essentiële toepassingen verboden. Waar gebruiken we het en is er een effect op onze branche?

Staatssecretaris Van Veldhoven: "Ik vind dat we de kraan voor PFAS moeten dichtdraaien. Het teflon-laagje is dan misschien handig in de pan, tegelijkertijd breken deze stoffen nooit meer af in ons milieu en kunnen ze schadelijk zijn voor onze gezondheid. PFAS komt nog iedere dag ons land binnen. We kunnen dit niet in ons eentje oplossen en moeten het probleem aan de voorkant in heel Europa aanpakken. Zodat PFAS überhaupt niet meer gebruikt en uitgestoten wordt".

Inmiddels is er een kick-off vergadering geweest en Nederland maakt inmiddels met Duitsland, Denemarken, Noorwegen en Zweden grote haast. De leidende rol is voor Nederland en Duitsland, en uiteraard zijn de Commissie en ECHA ook betrokken. De eerste deadline is 11 mei. Dan is er een "call for evidence".

In een presentatie bleek al snel dat er nog veel werk is te verzetten. Zo zijn er bijna 6.000 verbindingen, die onder de noemer PFAS vallen. Het PFAS Expertise Centrum heeft aan Vereniging ION aangegeven dat ze verwachten er hooguit 100 te kunnen detecteren, en als gevolg daarvan voor deze 100 verbindingen regelgeving kunnen maken.

In de oppervlaktebehandelende branche wordt PFAS onder andere gebruikt in galvaniseerbaden om de oppervlaktespanning van de aerosolen te verkleinen. Door de aerosolen in volume met een factor 10 te verkleinen, hebben ze nog onvoldoende kinetische energie om materiaal (lees metaalzouten) uit het bad te tillen. Het is dus een (arbeids- en milieu)veiligheidsissue om PFAS toe te voegen aan het bad.

Goed om te weten is dat er tot 2010 PFOS werd gebruikt, en dat is bio-accumulatief (hoopt zich op in het lichaam) en is zeer persistent (niet afbreekbaar). Vanaf 2010 wordt er een PFAS gebruikt, te weten 6:2 FTS (Fluor Telomer Sulfonaat).

Inmiddels zijn er vanuit Vereniging ION gesprekken geweest met fabrikanten. Enkele fabrikanten claimen helemaal geen PFAS meer te gebruiken, maar dit lijkt een onterechte claim. Volgens REACH hoeven stoffen <0,1% niet benoemd te worden, en de toevoeging van PFAS is veel kleiner. De fabrikanten die wel aangeven dat er PFAS in het mengsel zit, geven aan dat dit kleine hoeveelheden zijn. Het totaal gebruik aan PFAS in onze branche in Nederland wordt geschat op enkele honderden kilo's. 6:2 FTS is een stof die weliswaar een PFAS is, maar die niet bio-accumulatief is en die wel (onder invloed van UV) afbreekbaar is. Daar PFAS in de productiestof (intermediate) zit, zal het normaliter niet in het milieu komen. En daar waar het wel zou kunnen gebeuren, bijvoorbeeld via het spoelwater, is de keten door middel van een UV-trap in de waterzuivering, wel te breken. Dit vraagt alleen wel een extra investering.

Het definiëren van de PFAS die wel onder de restrictie, en de PFAS die mogelijk niet onder de restrictie gaan vallen, alsmede de definitie van welke processen wel en welke processen niet van PFAS gebruik mogen maken, wordt uitgewerkt in werkpakket 2. Vereniging ION heeft aangeboden om actief te participeren in de ontwikkeling van dit werkpakket. De reden is dat we geen alternatief hebben die voldoende werkt, we wel moeten zorgen dat medewerkers hun werk veilig moeten kunnen doen, en dat de markt vraagt om hoogwaardig gegalvaniseerde producten.