Op Europees niveau worden veel EU beleidsstukken ontvangen door CETS, en door één of meerdere van de (actieve) leden bekeken en beoordeeld. In juli heeft ECHA een studie gepresenteerd, waarop door de ZVO (net als Vereniging ION ook lid van CETS) middels een open brief aan de uitvoerend directeur van ECHA is gereageerd. Hieronder een vertaling van deze reactie (ZVO versie is bijgesloten).

De ZVO is verheugd over het feit dat ECHA in de studie probeert grip te krijgen op de werkelijke impact van restricties en autorisaties - in dit geval met betrekking tot de vereisten om vervangende stoffen in te zetten voor het gebruik van SVHC's (Substances of Very High Concern).

De ZVO is het eens met enkele bevindingen en conclusies op basis van praktijkervaringen van bedrijven:

  1. Restricties hebben een grotere impact op vervangingen dan autorisaties.
  2. Zoals bij elke vorm van regelgeving, leiden duurzaamheidsrichtlijnen van nature tot het herzien van alternatieve opties.
  3. Klanteisen of klantwensen leiden ertoe dat er direct alternatieven worden overwogen als de huidige technologie niet aan deze nieuwe eisen of wensen kan voldoen.
  4. Het is uitzonderlijk zeldzaam dat veilige alternatieven ook financiële voordelen en / of concurrentievoordelen opleveren. Anders zouden er al inspanningen zijn geleverd om deze vervanging uit te voeren, zodat beide belangrijke bedrijfsdoelstellingen kunnen worden verbeterd.
  5. De vermindering van de milieu-uitstoot en de blootstelling van werknemers wordt natuurlijk gezien als het belangrijkste voordeel van vervanging, aangezien het de grond geeft voor vervangingen die in de wetgeving zijn vastgelegd.

De ZVO kan enkele van de aanbevelingen die uit het onderzoek zijn getrokken echter niet ondersteunen:

  1. De aanpak van stofgroepen viel niet binnen de reikwijdte van het onderzoek en er zijn geen uitspraken over gedaan. Dit betekent dat de voordelen van stofgroepering niet uit dit onderzoek kunnen worden afgeleid. De ZVO heeft een Position Paper opgesteld over stofgroepering waarin de niet onbelangrijke risico's van deze benadering worden verkend, die zowel vanuit chemisch als technisch oogpunt twijfelachtig zijn.
  2. Evenmin is er informatie over de achtergrond van de netwerken en technische samenwerking in het kader van deze studie. De ZVO heeft eerder herhaaldelijk opgemerkt dat de complexe interacties tussen leveringsnetwerken zouden leiden tot tal van, tegenstrijdige technische benaderingen. Deze benadering is met name niet haalbaar voor het MKB, dat betrokken is bij een reeks onafhankelijke toeleveringsketens.

De ZVO wil met klem benadrukken dat het onderzoek tal van wetenschappelijke tekortkomingen vertoont die de waarde van de conclusies sterk verminderen en de objectiviteit in twijfel trekken. Dit zal duidelijk worden gemaakt met verwijzing naar de volgende criteria voor ijverig wetenschappelijk werk:

  • De reproduceerbaarheid van de bevindingen van het onderzoek is niet geverifieerd. Aangezien dit onderzoek tot op heden op zichzelf staat en niet wordt bevestigd door vergelijkbare onafhankelijke onderzoeken, is de ZVO van mening dat het niet geschikt is om maatregelen te rechtvaardigen. Zijn conclusies moeten louter als hypothesen worden beschouwd. In overeenstemming met de normen van ijverig wetenschappelijk streven, mogen ze alleen worden gezien als de basis van een toepasselijke theorie nadat ze geslaagd zijn voor onafhankelijke toetsingen.
  • De informatieve waarde van het onderzoek moet in sommige opzichten in twijfel worden getrokken. De beoordelingscriteria zijn niet helder gedefinieerd en overlappen elkaar. Als gevolg hiervan suggereert de evaluatie dat criteria een directe impact hebben, ondanks het feit dat het gevolgen zijn en geen oorzaken. Figuur 7 dient als voorbeeld hiervan: ‘zorgen over de markt’ en ‘zorgen over duurzaamheid’ zijn in grote mate een gevolg van ‘regulering’ en zijn daarom niet onafhankelijk.
  • De studie is niet representatief. Door het aantal en de selectie van deelnemers zijn geen algemene uitspraken of conclusies mogelijk. Figuur 2 is hiervan een voorbeeld: het aandeel van het totaal aantal geregistreerde bedrijven wordt niet meegerekend. Er zijn 32 reacties beschikbaar voor chroomtrioxide, maar het document in bijlage XV somt 18.000 installaties voor oppervlaktecoating op (alleen al in Duitsland betreft het 1.500 kleine en middelgrote ondernemingen). Dienovereenkomstig omvat de studie blijkbaar minder dan 1 procent van de getroffen bedrijven / fabrieken.
  • De nauwkeurigheid van het onderzoek en die van de uitspraken moeten in twijfel worden getrokken. Er worden uitspraken gedaan die niet onder het onderzoek vallen. Figuur 18 dient als voorbeeld hiervan: de auteurs van de studie gebruiken dit cijfer om tot de significante conclusie te komen dat bedrijven substitutie gebruiken om hun ‘publieke imago’ te verbeteren. Dit aspect wordt echter niet meegenomen in de evaluatie.

Het onderzoek maakt willekeurige beoordelingen. Figuur 18 dient als voorbeeld hiervan: er wordt geen rechtvaardiging gegeven waarom een ​​toename van het aantal werkzame personen’ een voordeel zou moeten zijn. Uit ervaring blijkt dat het vergroten van het personeelsbestand bij gelijkblijvende productie een economisch nadeel vormt, vooral omdat personeelskosten over het algemeen de grootste kostenpost vormen voor een oppervlaktebehandelingsbedrijf.

De belangrijkste bevindingen worden niet geëvalueerd en zijn niet opgenomen in de conclusies / aanbevelingen. Op pagina 43 en 44 worden bijvoorbeeld significante eenmalige en jaarlijkse kostenstijgingen gerapporteerd, wat aanleiding geeft tot een belangrijke bevinding - maar dit aspect wordt niet verder besproken.

  • De studie is niet erg nauwkeurig. Figuur 3 dient als voorbeeld hiervan: een procentuele afbeelding, zoals hier gebruikt, schetst een misleidend beeld en geeft het uiterlijk van precisie. In totaal hebben vier distributeurs (detailhandelaren?) gereageerd op zeven stoffen of toepassingen. Aangezien het onderzoek is gebaseerd op negen stoffen met twaalf toepassingen, is het niet mogelijk om kwantitatieve uitspraken te doen over het doel van de vraag.

De ZVO is het eens met de doelstellingen van het onderzoek, maar verzoekt dringend om de volgende conclusies uit het onderhavige document te trekken:

  1. Het onderzoek moet worden uitgebreid tot een representatief aantal getroffen bedrijven. De onderzoeken moeten onafhankelijk van de regelgevende instanties worden uitgevoerd en zonder enige verwachting over hun bevindingen. Ze zouden ook voldoende financiering moeten krijgen.
  2. De conclusies op de door het onderzoek onderzocht vragen moeten worden uitgebreid met negatieve voorbeelden. Veel pogingen tot vervanging mislukken. Het is belangrijk om ook deze gevallen te analyseren. Bedrijven hebben informatie nodig over de benaderingen en methoden die niet tot succes leiden, of die hebben geleid tot economisch, technisch of ecologisch ongewenste substituties. Het ECHA, of de Europese Commissie, moet een portaal bieden over deze ervaringen.
  3. Alleen voor fundamenteel onderzoek naar alternatieve technologieën mag een betere financieringssituatie voor onderzoeksinstellingen worden gecreëerd. De gerichte vervanging van bepaalde industriële processen moet door de industrie zelf worden voltooid, want alleen de industrie kent de specificaties waaraan moet worden voldaan. Het zou daarom welkom zijn als financiering voor onderzoek en ontwikkeling die specifiek op de toeleveringsketen is gericht, gemakkelijker en uitgebreider beschikbaar zou zijn.
  4. Het is absoluut noodzakelijk dat de inhoud van het onderzoek wordt uitgebreid met langdurige ervaring met vervangingsoplossingen, zoals marktacceptatie, productveiligheid, enz.
  5. Evenzo moeten de veranderingen in het risico als gevolg van vervanging worden meegenomen. Deze impactanalyse kan zich niet alleen richten op de emissies van de betreffende stof. Er zijn eerder ook vragen die beantwoord moeten worden met betrekking tot andere milieu-invloeden (aanvullend afvalwater, energievraag, recycleerbaarheid, bijproducten, enz.), Andere emissies op de werkplek (stof, inadembare A- en E-fracties, enz.) En andere risico's (acute toxiciteit, brandgevaar, explosiegevaar, productveiligheid) veroorzaakt door proceswijzigingen.
  6. De economische gevolgen mogen niet worden verwaarloosd om ervoor te zorgen dat de impact van vervangingen realistisch kan worden beoordeeld. Deze gevolgen moeten in gelijke mate worden overwogen en gerapporteerd. Met name voor het MKB kunnen ze een bedreiging vormen voor het bestaan ​​van het bedrijf. Het is ook essentieel dat er een standpunt wordt ingenomen over de verschuivingen in marktaandeel, zowel in Europa als wereldwijd, veroorzaakt door substituties die worden opgelegd door regelgeving.

De ZVO staat klaar om actief te assisteren om de voorgestelde elementen op elk moment in de praktijk te brengen.

De reactie van de ZVO laat goed zien welke issue's er kunnen ontstaan bij het maken van Europees beleid. Het mag duidelijk zijn dat Vereniging ION inmiddels deze brief ook in Den Haag heeft bezorgd. Daarbij opgemerkt dat (ook) Vereniging ION klaar staat om actief te assisteren in het ontwikkelen en implementeren van relevante, proportionele en begrijpelijke wetgeving. Immers, juist onze branche is in staat een duurzame samenleving te ondersteunen.