Ja. Het Oplosmiddelenbesluit  is in principe van toepassing op inrichtingen met activiteiten genoemd in bijlage I van het Oplosmiddelenbesluit, die de drempelwaarden uit bijlage IIa van dat besluit overschrijden. Het Oplosmiddelenbesluit is daarmee rechtstreeks werkend voor type C en IPPC bedrijven naast de vergunning.

Het Oplosmiddelenbesluit kan ook voor type B inrichtingen rechtstreeks gelden, indien dit voor een activiteit als zodanig in het Activiteitenbesluit is aangegeven. Dit is het geval bij:

  • reinigen, coaten en lijmen van kunststof, metaal en hout
  • lijmen, coaten en lamineren van papier of karton
  • lijmen en coaten van textiel
  • vellenoffset, bij bedrukken in samenhang met coaten substraat

Er geldt voor die gevallen dan een vrijstelling van de VOS-voorschriften in hoofdstuk 4 van het Activiteitenbesluit. Zie Direct werkende regels naast het Activiteitenbesluit. 

Voor textielreinigingsbedrijven geldt dat daarvoor alle eisen in het Activiteitenbesluit staan, en het Oplosmiddelenbesluit alleen nog van toepassing is op vergunningplichtige textielreinigingsbedrijven.

BOOVV (Verfrichtlijn) 
Voor type B bedrijven geldt een vrijstelling voor het bijhouden van een oplosmiddelenboekhouding en het toepassen van emissiereducerende maatregelen indien producten worden toegepast die voldoen aan de EG-richtlijn Verfproducten. Dit is met name van belang voor autospuiterijen. Het Besluit organische oplosmiddelen in verven en vernissen (BOOVV) is de Nederlandse implementatie van deze richtlijn. Het BOOVV geldt voor het op de markt brengen en verhandelen van verven en vernissen voor toepassingen op of aan gebouwen, of producten voor het overspuiten van voertuigen (voor schadeherstel of decoratie). De VROM-inspectie ziet toe op het BOOVV.

Noot:
Het Activiteitenbesluit kent type A, B en C bedrijven.

  • Type A bedrijven zijn niet meldingsplichtig
  • Type B bedrijven zijn meldingsplichtig
  • Type C bedrijven zijn vergunningplichtig.

Datum: februari 2012