Jaap van Peperstraten

In Qualanod zijn de anodiseurs, testinstituten en de aluminiumindustrie vertegenwoordigd. Het algemene doel van Qualanod is de kwaliteitsborging en voortdurende kwaliteitsverbetering van geanodiseerd aluminium. De president moet altijd een applicateur zijn, zodat de praktijkgerichtheid van kwaliteitsverbetering wordt bewaakt. Remco Baartmans: “Qualanod is van oorsprong een kwaliteitslabel voor de architectuur. Als Alumet werken wij uitsluitend voor de architectuur en voor mij is dat al reden genoeg om überhaupt afgevaardigd te willen worden om de Nederlandse anodiseurs te vertegenwoordigen. Toen ik werd gevraagd voor het presidentschap hoefde ik daar niet lang over na te denken, omdat ik wel onderwerpen zag waar we als Qualanod mee aan de slag zouden moeten.”

VIER SUB-STANDAARDS
Toen hij in januari 2018 voorzitter werd, was de standaard Qualanod een tijdje daarvoor gesplitst in vier sub-standaards: architectuur, decoratief, industrial en hard anodizing. Deze splitsing was ingevoerd om meer tegemoet te komen aan de wensen van de specifieke markten. Er waren immers ook veel anodiseerbedrijven die zich niet of nauwelijks op architectuur richten, maar op andere marktsegmenten met specifieke eisen aan anodiseerwerk. Door deze splitsing zag Baartmans kans om het vergrootglas eens te leggen op de inhoud van de sub-standaard architectuur. “Die sub-standaard is heel erg gericht op corrosiebestendigheid en duurzaamheid, wat op zich prima is. Maar in de architectuurmarkt verwacht men tegenwoordig meer. Qualanod zou ook structureel aandacht moeten geven aan kleur, kleurechtheid, glans en reflectie. Allemaal elementen die er in de huidige standaard maar bekaaid vanaf komen. Ik vond en vind dat we met Qualanod meer tegemoet moeten komen aan die eisen. Je ziet soms te veel kleurver- Thema Duurzaamheid en visie schillen op de gevel, waardoor de markt dan soms maar kiest voor poedercoaten. Als anodiseur wil je dat natuurlijk niet, het kwaliteitslabel moet hier richting geven.”

 

Vier profieldelen die uit hetzelfde proces komen en volgens de kleurmeter dezelfde kleur hebben.

KLEURNUANCES
Als voorzitter heeft hij dus het initiatief genomen voor het opstellen van een paragraaf met afspraken over kleur en glans die in de norm zouden moet komen. Meer eisen gaan stellen op die gebieden klinkt misschien eenvoudig, maar dat is het niet, want de anodiseerlaag is transparant. Het materiaal en de anodiseertechniek (voorbehandeling) bepalen de kleur. Aan het materiaal kan de anodiseur niets doen, maar het is nu wel zeer actueel omdat er steeds meer secundair aluminium wordt ingezet bij het smelten van aluminium. Daardoor krijg je meer kleurverschil op het profiel dan een aantal jaren geleden. Dit betekent dat de anodiseur zich steeds vaker achter de oren moet krabben om de kleurverschillen op de gevel binnen de perken te houden. Bij de sub-standaarden industrial en hard anodizing speelt dit onderwerp minder. “Kleur is echt een onderwerp geworden in wat wij doen en er zijn nu nog veel vragen onbeantwoord. We hebben te maken met verschillen in materiaal en verschillen in kleursystemen. Sommige kleursystemen zijn lichtecht, andere veel minder. En dan is er de vraag wat we doen met kleurverschil: kunnen we dat categoriseren? Er is altijd wel sprake van kleurnuances, maar hoever mogen die uit elkaar liggen? Met welk meetsysteem brengen we de kleur in kaart om kleurverschil te categoriseren? Er is altijd wel een bedrijfsspecifieke component, maar je kunt wel een kader aangeven: gelet op kleurverschil mag je dus niet buiten de kaders komen. Op al die vragen moet je over de hele wereld heen een eenduidig antwoord zien te krijgen. Bij anodiseren heeft het soort voorbehandeling een grote invloed op kleur. Toch staat in Qualanod niets over de voorbehandeling. Overigens zie je bij Qualicoat ook veel vragen over kleur, kleurverschil en kleurbeleving.”ONTWIKKELING QUALANOD
Baartmans pakt vier delen van een profiel die samen zijn geanodiseerd, maar toch een aanzienlijk kleurverschil vertonen, afhankelijk van onder welke hoek je ernaar kijkt. Ook toont hij een geanodiseerde zwarte koffiekan die op een bepaalde manier is geslepen. “Als die mat beitsen als voorbehandeling had gekregen, zagen we nu een andere kleur. Als je de kleurmeter zet op de vier profieldelen, zegt de meter dat de kleur hetzelfde is, maar je hebt ook reflectie (glans) en structuur. Reflectie en structuur kun je ook meten en ze zijn ook heel belangrijk als je praat over kleur en kleurbeleving. Dit soort onderwerpen worden steeds belangrijker, maar Qualanod zegt daarover heel weinig. Die zegt alleen: kom kleur overeen met je klant. Tja, de praktijk is dat de architectuurwereld bij Qualanod verwacht dat het label niet alleen gaat over corrosiebestendigheid en duurzaamheid, maar ook over kwaliteit op het gebied van glans, kleur en structuur. Ik heb voorgesteld dit op te nemen in de norm. Ik denk wel dat dit gaat lukken, maar ook dat het wel wat jaartjes gaat duren.”

NIEUWE TECHNOLOGIE
Tot slot zoomen we nog even in op het toenemend aandeel van gerecycled aluminium, wat de kans op kleurverschillen behoorlijk vergroot. In het anodisatieproces kan dat niet gecorrigeerd worden. Bij Alumet hebben ze daarom een technologie uitgedacht die het probleem wél oplost. In de voorbehandeling wordt in de regel mat beitsen toegepast: op zich een prima methode, maar bij secundair aluminium vergroot dit de kans op kleurverschil. Daarom besloot het bedrijf het chemisch proces ‘mat beitsen’ in te korten en vooraf een borstelbehandeling toe te passen om het oppervlak op te ruwen, wat in een mooi diffuus licht resulteert. Het gaat hierbij om een non-directionele borstelbehandeling die het aluminium ‘platslaat’ en geen lijnen achterlaat. “Wij gaan deze technologie niet voor onszelf houden, maar willen haar vrijgeven zodat de hele industrie op een hoog niveau kan blijven werken. En wat Qualanod betreft: ik draag straks met een goed gevoel het stokje over, omdat ik weet dat de onderwerpen die ik heb aangedragen, worden opgepakt en een vervolg krijgen.”