Wat bedrijven met Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) moeten doen is helder. Dat geldt niet voor de stoffen op de lijst met potentieel ZZS (pZZS). Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ziet de lijst als richtinggevend, maar provincies kunnen de pZZS-lijst in haar beleidskader opnemen. Deze onduidelijkheid  vraagt om een Position Paper.

Omdat ze gevaarlijk zijn voor mens en milieu is het Europese en Nederlandse beleid erop gericht om zeer zorgwekkende stoffen zoveel mogelijk uit de leefomgeving te weren. Dit noodzaakt bedrijven in het kader van de minimalisatieverplichting om hun ZZS-emissies te voorkomen of, als dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken.

Zo’n 350 stoffen zijn mogelijk zeer zorgwekkend, en worden om die reden in Nederland op een pZZS-lijst bijgehouden. Van de pZZS zijn de gevaren nog niet eenduidig vastgesteld. Bovendien bestaat er verschil in de wijze waarop verschillende bevoegde gezagen met de pZZS-lijst omgaan. Sinds de eerste pZZS-lijst van februari 2018 blijkt 23% van de beoordeelde pZZS daadwerkelijk een zeer zorgwekkende stof te zijn.

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stelt dat het bevoegd gezag een bedrijf dat een vergunning aanvraagt om nader onderzoek kan vragen als dit bedrijf een pZZS uitstoot. Zo kunnen bedrijven en vergunningverleners de emissie van pZZS uit voorzorg beperken. De vraag is nu of een pZZS als zeer zorgwekkende stof beschouwd dient te worden tot het tegendeel bewezen wordt, of dat een stof pas als zeer zorgwekkend behandeld mag worden als dat formeel is vastgesteld.

Royal Haskoning DHV heeft een Position Paper uitgegeven die u kan helpen bij het bepalen van wat u moet doen en u richting kan geven bij uw gesprek met het Bevoegd Gezag. Zie de bijlage aan de rechterkant van deze pagina.