Jaap van Peperstraten

Het is logisch dat we in dit blad veel aandacht schenken aan allerlei technieken om een conservering aan te brengen. Maar dagelijks worden er ook vele coatings verwijderd onder de noemer decoating. Het bedrijf InVerse is daarin gespecialiseerd en zet daarvoor drie verschillende technieken in. Hoe zien die technieken eruit?

Het bedrijf zet de drie technieken niet zomaar in, zo benadrukt DGA Henrie van Buuren, maar doet dit om het verwijderingsresultaat zo duurzaam mogelijk te bereiken. “Met onze methoden realiseren we blanke oppervlakken met 60 tot 95 procent minder afval vergeleken met gangbare decoatingtechnieken. Dat scheelt grondstoffen, afval, transport, maar ook extra activiteiten die impact op de omgeving kunnen hebben. En dit alles verlaagt de CO2-uitstoot op het project en vermindert het gebruik van fossiele grondstoffen (brandstoffen, maar ook inpak- en steigerfolie). Voor de medewerkers is het prettiger werken.

De genoemde percentages voor afvalreductie zijn gebaseerd op berekeningen waarin onze methoden zijn vergeleken met het decoaten met stralen en straalgrit. Wij gebruiken geen straalgrit, dus daarvan hebben we geen afval en geen stof in de lucht. Dat is vooral prettig voor de medewerkers, omwonenden en passanten. Onze duurzame methoden vergen wel wat meer tijd in vergelijking tot stralen. Maar over het geheel genomen is er geen groot verschil. Bij traditionele methoden neemt het op- en afbouwen van constructies ter bescherming van de omgeving tegen stof veel tijd in beslag. Die tijd besparen wij vaak.” 

InVerse heeft voor het decoaten drie technieken beschikbaar, die zijn uitgekozen vanwege hun milieu-, omgevings- en mensvriendelijkheid. Het gaat om inductietechniek, lasertechniek en de inzet van een speciale gel om de coating los te weken. In de praktijk wordt vaak een combinatie van twee of drie methoden ingezet. Het werk wordt altijd op locatie uitgevoerd, denk aan bruggen of sluisdeuren, maar ook bijvoorbeeld bij het herinrichten van (oude industriële) gebouwen. Het aantal medewerkers dat wordt ingezet, is afhankelijk van de grootte van het project. De toegepaste methoden zijn afhankelijk van soorten en aantal lagen verf en laagdikten.

Henrie van Buuren
Henrie van Buuren

HANDMATIG WERK
Henrie van Buuren: “Bij inductietechniek verwarmen we het oppervlak met een inductie-apparaat dat op het eind een soort toorts heeft. Het verwarmen gaat via het opwekken van een magnetisch veld waardoor de primerlaag onthecht. Dan kun je de verf er makkelijk afsteken met een krabmes en veilig afvoeren. Eventueel vrijkomende dampen worden afgezogen. Het is nu nog handmatig werk. We zouden de ontwikkeling van een robot voor dit werk willen opstarten, maar daar komt heel veel bij kijken, onder andere tijd en geld.” 

De laserinstallatie voor het decoaten bestaat uit een grote kast waarin laserlicht wordt opgewekt en een toorts die veel weg heeft van een slijptol. Daarop wordt een speciale lens geplaatst waarmee je de conservering kunt verdampen. Die damp wordt afgezogen om te voorkomen dat hij, samen met andere ongewenste stoffen, in de atmosfeer komt. Daarmee kun je ook de omgevingsrisico’s beheersen. Het bedienen van de laserinstallatie luistert vrij nauw, omdat je een evenwicht moet vinden tussen maximale verfverwijdering en minimale impact op de onderliggende lagen of het metaal. Ook hier zou robotisering uitkomst kunnen bieden, bijvoorbeeld zoals je die in de automobielindustrie ziet. Het bedrijf verwacht dat robotisering van zowel het inductieproces als van lasercleaning in de nabije toekomst van de grond gaat komen.

Het decoaten van een kabeltrommel met lasertechniek..jpg
Decoaten van een kabeltrommel met lasertechniek.

COMBINATIE VAN METHODEN
De derde methode betreft het insmeren met een speciale gel. De gel is niet toxisch. “Mensen moeten er makkelijk een hele dag, veilig en zonder problemen mee kunnen werken. Wij smeren de te verwijderen coating in en daarna pakken we het geheel in met een folie en tape, zodat de gel z’n werk kan doen. Afhankelijk van het te verwijderen product kun je na een inwerktijd van tussen de 8 tot 24 uur de coating er gewoon afkrabben. Vaak blijft de primerlaag dan achter, omdat die door andere eigenschappen goed op het substraat blijft zitten. Daarom werken we praktisch altijd met een combinatie van methoden. Bijvoorbeeld eerst insmeren met een gel of inductie toepassen en zo nodig nabewerken met de laser voor het verwijderen van de primer. Als het kan, laten we de primer/grondlaag het liefst zitten, omdat dat beter is voor het milieu – het betekent immers minder nieuwe verf en minder afval. Maar dat besluit ligt natuurlijk bij de opdrachtgever.”

Hij vervolgt: “Het verbeterpunt van de laser is de productiesnelheid; die is gering, zeker op dikke (drielaags) conserveringssystemen die je bijvoorbeeld op bruggen ziet. In samenwerking met onze vaste partner werken we aan het verbeteren van die productiesnelheid. De uitdaging daarbij is de ‘laserkracht’ beperkt te houden, zodat extra veiligheidsmaatregelen niet nodig zijn en de impact op de omgeving niet toeneemt. Voorlopig is kleinschalige inzet voorzien en gebruiken wij – zeker bij de grotere klussen en dikkere coatinglagen – de inductietechnologie, al dan niet in combinatie met gel en de laser. Hoe dan ook: het eindresultaat moet overeenkomen met Sa 2,5 zoals vaak wordt geëist als er gestraald is.”

InVerse heeft onder meer gewerkt voor de aannemerscombinatie A-Lanes A15: een samenwerkingsverband tussen Ballast Nedam, John Laing, Strabag en Strukton dat verantwoordelijk is voor de reconstructie van de A15 tussen de Maasvlakte en het Vaanplein. Marco Dereij van A-Lanes, verantwoordelijk voor het onderhoud van de Botlekbrug, legt uit waarvoor InVerse is ingeschakeld: “We hadden al een onderaannemer ingeschakeld voor het verwijderen van verflagen en die mensen deden dat handmatig met een brander, een bepaald oplosmiddel en met een doek. Zij vroegen zich af of dat niet anders kon. Ik ben toen op zoek gegaan naar een alternatief en zo kwam ik bij InVerse uit. Ik heb hen ingeschakeld voor het decoaten van een kabeltrommel bij de Botlekbrug, bij elkaar een oppervlakte van zes vierkante meter. Ze hebben dit aangepakt met lasertechnologie en over het eindresultaat ben ik zeker tevreden, maar ik vind de werkingssnelheid van die techniek gewoon laag. Het zou goed kunnen dat ik ze nog eens inschakel, maar ik zou ze aanraden om te kijken of ze de werkingssnelheid kunnen verhogen.”

Twee medewerkers van InVerse verwijderen coating van een van de loggers van de Waalbrug..jpg

Meer informatie
www.inverse.nl