Onderstaand bericht is recent op LinkedIn verschenen. Omdat het belangrijk is samen de discussie te voeren willen wij ook dit artikel onder de aandacht brengen.


Recent heb ik op deze plaats de post “chroom-6 is wel kankerverwekkend, maar niet gevaarlijk” geplaatst. Een veelgelezen post, met heel veel reacties. Zowel via LinkedIn alsook rechtstreeks aan het adres van Vereniging ION en aan mij persoonlijk. Op grond van deze post is diverse malen het vergelijk met asbest gemaakt. En ofschoon ik geen deskundige ben op het gebied van asbest, geen gezondheidskundige en geen veiligheidskundige ben, wil ik graag proberen om op basis van gezond verstand een aantal karakteristieke verschillen te benoemen. Het doel van deze post is vooral om de discussie te voeren. Uiteindelijk willen we komen tot de uitvoerbare veilige werkwijzen met chroom-6 verbindingen tegen zo laag mogelijke kosten.

Verenging ION zal zich blijven inzetten voor het vervangen als het kan maar ook voor het autoriseren als het moet en veilig kan. In deze discussie wil ik niet meer spreken over het gebruik van chroom-6 verbindingen in bedrijven. In de vorige post, alsmede in diverse bijeenkomsten, publicaties en artikelen, is naar mijn mening inmiddels voldoende duidelijk dat de gezondheidsrisico’s van chroom-6 verbindingen als productiestof goed beheersbaar zijn. Met de juiste installaties en hulpmiddelen hoeft er geen blootstelling te zijn en hoeven er dus geen gezondheidsrisico’s te zijn.

Wat wel benoemd moet worden is het verwijderen van chroom-6 houdende verf op de vele (mogelijk duizenden) objecten die overal in het land staan en die niet naar een gesloten locatie gebracht kunnen worden. Denk daarbij aan bruggen, gebouwen, procesinstallaties en dergelijke. Juist hier wordt het vergelijk met asbest gemaakt.

Risico versus effect
Veel opmerkingen op de vorige post gingen over de keuze van de titel. Chroom,-6 is wel kankerverwekkend, maar niet gevaarlijk. De tussenstap het gevolg van (langdurige) blootstelling aan chroom-6 verbindingen en de kans op het krijgen van kanker had hier volgens lezers beter benoemd moeten worden. Wat mij betreft ligt daar nu juist de nuance. Natuurlijk geeft een langdurige blootstelling aan een hoog niveau van chroom-6 verbindingen een grotere kans op kanker dan een kortdurende blootstelling met een laag niveau chroom-6 verbindingen. De stelling die ik wil poneren is juist; als men de juiste maatregelen neemt, hoeft er geen blootstelling plaats te vinden die tot een (verhoogd) gezondheidsrisico leidt.

In presentaties maak ik regelmatig een vergelijk met water. Een stof die noodzakelijk is voor de mens, maar die bij het drinken van grote hoeveelheden in korte tijd ook toxisch is. Daarnaast is het spelen in een recreatievijver leuk, maar als je te lang onder water blijft, treedt verstikking op. Dat is overigens best op te lossen met hulpmiddelen zoals een duikerspak.

In de huidige wereld is het verbieden van water geen optie. Daarom hebben we leren omgaan met de risico’s. Denk aan het plaatsen van waarschuwingsborden bij gevaarlijke situaties zoals zwemmen in zandafgravingen, bij bruggen en sluizen of te ver in het water gaan bij een bezoek aan het strand. Daarnaast geven we instructie over het verantwoorde gedrag bij water en hoe ermee om te gaan. Als bewijs daarvan geven we een zwemdiploma aan degene die de proeve van bekwaamheid met goed gevolg aflegt. Dan organiseren we ook nog goed toezicht (badmeester of strandwacht), en voor onverhoopte calamiteiten organiseren we een dienst die hulp bij ongelukken geeft, zoals de brandweer of de reddingsbrigade.

Hiermee zijn uiteraard niet alle gevaren geweken, maar we hebben de risico’s in kaart gebracht en zorgen we ervoor dat de risico’s geminimaliseerd worden. Voor de goede orde, risicoloos bestaat niet. Er zullen altijd mensen zijn die op gevaarlijke plekken gaan zwemmen of kinderen zonder toezicht laten spelen aan de rand van de recreatieplas. Als er dan wat gebeurd ligt dat, naar mijn mening, niet aan het water, maar aan het gedrag van mensen. Dat onverantwoorde gedrag leidt overigens in de meeste gevallen niet tot ernstige effecten, maar het risico op calamiteiten is wel groter.

Asbest *1)
De oorzaak van mesothelioom is bijna altijd blootstelling aan asbest. Daarom heet deze ziekte ook wel asbestkanker. Mesothelioom ontstaat meestal pas zo’n 20 tot 60 jaar na blootstelling aan asbest. De meeste mensen met mesothelioom zijn lang en intensief in contact geweest met asbest. Asbest is een materiaal dat vroeger veel gebruikt werd in de bouw. Het bestaat uit hele kleine vezels die niet met het blote oog zichtbaar zijn. Bij inademing kunnen de asbestvezels in de longen terechtkomen. Vanuit de longen belanden de vezels in het borstvlies. Hieruit kan mesothelioom ontstaan.

Niet iedereen die met asbest heeft gewerkt krijgt mesothelioom. Het is niet mogelijk om te voorspellen wie de ziekte krijgt. Mesothelioom wordt gezien als een beroepsziekte. Veel mensen hebben mesothelioom gekregen door blootstelling aan asbest via hun werk. Zij hebben bijvoorbeeld in de bouw, zware industrie of op een scheepswerf gewerkt. Of zijn elektro-, verwarmings- of automonteur geweest.

Huisgenoten van deze mensen kunnen ook blootgesteld zijn geweest aan asbest. De asbestvezels kunnen namelijk via de kleding mee naar huis worden gedragen. Bij een deel van de mensen met mesothelioom is niet terug te halen of en waar ze in contact zijn geweest met asbest.

Chroom-6
Ook kanker als gevolg van blootstelling aan chroom-6 verbindingen treden pas na tientallen jaren op. En ook hier geldt dat er sprake moet zijn van langdurige blootstelling aan een hoog niveau. Bij een kleine blootstelling lijkt er geen verhoogd gezondheidsrisico. Immers chroom-6 vervalt (in een waterig milieu) heel snel tot chroom of chroom-3 en is daarmee een mineraal geworden dat we als mens nodig hebben. De ADH van chroom is ongeveer 35µg. In een voedingssupplement als Centrum (van A tot Zink) zit zelfs 40µg chroom.

Bij gebouwen of infra structurele werken zit de chroom-6 verbinding in verf opgesloten. Het is gebonden en daarmee is het bij aanraking niet gevaarlijk. Zie hiervoor ook de Brief van de Nederlandse Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Nederlandse 2e Kamer van 5 september 2018. Hierin stelt het RIVM; "bij normaal gebruik van chroomhoudende materialen, zoals het aanraken van materiaal waarin chroom-6 is verwerkt, verchroomde voorwerpen (voorwerpen bedekt met een glanzende laag chroom) en geverfde oppervlakken, treden geen gezondheidsrisico’s op. In verchroomde voorwerpen is geen chroom-6 meer aanwezig. Bij geverfde oppervlakken is het chroom-6 dusdanig gebonden dat er bij normaal gebruik geen blootstelling zal zijn".

Naast het vervangen van chroom-6 door alternatieven zijn er 3 typen maatregelen om veilig te werken: 

  • Technische maatregelen: de aanschaf van modern, stofvrij gereedschap en spuitcabines.
  • Organisatorische maatregelen: aandacht aan chroom-6 in opleidingen en om op de aanwezigheid van chroom-6 te kunnen controleren is het mogelijk op locatie te testen of samples te nemen.
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen: de werkgever verstrekt persoonlijke beschermingsmiddelen en zorgt voor juist gebruik ervan. Er dient een systeem te zijn om te zorgen dat beschermingsmiddelen aan de geldende eisen blijven voldoen. 

Medewerkers dienen de richtlijnen en beschermingsmiddelen op een juiste wijze toe te passen en te gebruiken.

Bij het slopen en afvoeren van geschilderde delen met chroom-6 houdende verf blijft de chroom-6 verbinding opgesloten zitten in de verf. Dat betekent dat er bij sloop, en zelfs bij beschadiging van de coating, geen gevaar voor de gezondheid ontstaat. Wel dient er voor een verantwoorde verwerking van het sloopafval te worden gezorgd. Dit kan uiteraard weer in een gesloten omgeving.

Gevaar ontstaat er als er geschuurd, geslepen of gestraald wordt. Dan kan de verf in poedervorm (stof) in de lucht komen en kan de stof ingeademd worden of in het milieu terecht komen. Hierbij opgemerkt dat de stof verf is met een relatief klein aandeel chroom-6 verbindingen.

Naast het uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen rond de betreffende medewerkers dient de omgeving te worden beschouwd. Om vervliegen van de stof te voorkomen worden er de volgende mogelijkheden voorgesteld:

  • Het object volledig inpakken en op onderdruk werken.
  • Werken met lokale afzuiging van de stof.
  • Het object zodanig behandelen, dat stof direct neerslaat en een (eventueel) vrijgekomen chroom-6 verbinding devalueert naar een chroom-3 of metallisch chroom verbinding.

In alle gevallen dient men ervoor te worden gezorgd dat het residu binnen het werkgebied blijft en adequaat afgevoerd wordt.

Chroom-6 versus asbest
Helaas zijn er zowel bij asbest alsook bij chroom-6 houdende verven al de nodige zaken misgegaan. Ik wil hier geen pleidooi houden dat chroom-6 verbindingen geen gezondheidsrisico zijn. Echter we moeten wel het gezonde verstand blijven gebruiken. Emotie helpt ons in algemene zin niet verder, waarbij ik uiteraard geen afbreuk wil doen aan de mensen die al getroffen zijn door de effecten van chroom-6 verbindingen. Met asbest zijn er echter wel de nodige verschillen.

  • Asbest blijft als vezel bestaan, chroom-6 vervalt in een waterig milieu tot een ongevaarlijke verbinding. Daar waar asbest één op één effect geeft, kan het menselijke lichaam een (kleine) hoeveelheid chroom-6 verbinding omzetten naar een chroom mineraal.
  • De verspreiding van asbest is op veel meer plaatsen dan chroom-6 verbindingen. Asbest komt bijvoorbeeld ook voor bij terrein ophogingen (bouwafval) en kan daar als vezel verstuiven. Bouwafval met chroom-6 houdende verf blijft in vaste toestand en kan niet verstuiven.

Wat mij betreft is het grote verschil dat we bij het ontdekken van de effecten van asbest alles nog moesten leren. In de huidige tijd, waarbij we aan de vooravond staan van het behandelen van vele objecten met chroom-6 houdende verf, zijn we beter in staat om risico’s te beoordelen en veilige werkwijzen te ontwikkelen. Daarnaast zijn we beter in staat om de effecten te voorspellen en noodzakelijke metingen te doen. Daarbij blijft de menselijke factor de zwakke schakel. Immers als uiteindelijk de medewerker het werk niet op de juiste wijze uitvoert, blijven er (grote) risico’s op calamiteiten bestaan. Daarom zal er naar mijn mening in analogie met water gehandeld moeten worden. Dat betekent:

  • Metingen doen aan objecten waar het vermoeden bestaat dat er verf met een chroom-6 verbinding is gebruikt.
  • Waarschuwingen zetten op plaatsen waar chroom-6 verbindingen aanwezig zijn.
  • Voldoende instructie voor degene die het werk gaat uitvoeren.
  • Het beschikbaar stellen van de juiste middelen om het werk veilig uit te voeren.
  • Adequaat toezicht.
  • Een goed doordacht back-up plan voor als het dan toch nog ergens niet volgens plan loopt.

Het stappenplan van Vereniging ION zal deze uitgangspunten in ieder geval gaan bevatten.

Meer informatie is onder andere te vinden op: https://www.defensie.nl/onderwerpen/personeelszorg/gezondheidsonderzoeken/gezondheidsrisicos-chroom-6-en-carc

Tot slot: Vereniging ION vindt het van groot belang dat we gezamenlijk tot een uitvoerbare veilige werkwijze komen. Heeft u dus opmerkingen, tips, ervaringen of aanvullende informatie, dan ontvangen wij deze graag via de commentaar mogelijkheid van LinkedIn of via stremmelaar@vereniging-ion.nl.

*1) Bron Wikipedia

Link naar bericht: https://www.linkedin.com/pulse/waarom-chroom-6-volgens-mij-niet-het-nieuwe-asbest-egbert-stremmelaar/