De Nederlandse industrie wordt op het gebied van het gebruik van "gevaarlijke" stoffen nogal eens verweten dat de industrie te makkelijk naar deze stoffen grijpt en niet voorzichtig genoeg is met het gebruik. De industrie bestrijdt dat en probeert steeds weer vanuit de verdediging de feiten van de fictie te scheiden. Chroom(VI), waarbij een werkgeversprobleem wordt getransformeerd naar een stoffenprobleem, is hierbij het meest veelzeggende voorbeeld. 

Vorig jaar is besloten dat de EU brancheverenigingen zullen proberen om op basis van objectieve, wetenschappelijk bewezen feiten, de politiek, de handhavers en de publieke opinie te laten zien dat sommige stoffen wel eigenschappen hebben die de gezondheid negatief kunnen beïnvloeden, maar dat bij een oordeelkundig gebruik er geen blootstelling aan deze stoffen hoeft te zijn en dus ook geen gezondheidsrisico hoeft te zijn.

Teneinde beleidsmakers, handhavers, pers, medewerkers en omwonenden te helpen met het beoordelen van hun broninformatie is onder aanvoering van het Duitse ZVO (Zentral Verband Oberflachetechnik), mede door de CETS (Europese Koepelorganisatie Oppervlaktetechnologie), een set van indicatoren uitgegeven waarmee eenvoudig kan worden bepaald of de claim "wetenschappelijk" terecht aan een publicatie wordt gegeven of niet. De criteria zijn in het kort:

  • Reproduceerbaarheid van de geclaimde onderzoeken: in het bijzonder, kunnen de resultaten worden gegeneraliseerd en toegepast op andere locaties, mensen, tijden en faciliteiten?
  • Informatieve waarde: kan het onderzoek kwantificeerbare voorspellingen doen over het onderwerp dat het behandelt? Is de reikwijdte van het onderzoek van toepassing op de situatie waaraan gerefereerd wordt?
  • Representativiteit: heeft de onderliggende informatie betrekking op het toepassingsgebied van de verordening in kwestie? Zijn mensen, locaties, tijden en andere voorwaarden van toepassing/vergelijkbaar en dekken ze het geheel van de situatie die zal worden geregeld?
  • Correctheid: zijn kwantitatieve resultaten correct? Worden mogelijke systematische fouten besproken en uitgesloten op een plausibele manier? Zijn de kwantitatieve resultaten bevestigd door andere wetenschappers (vergelijk reproduceerbaarheidscriterium)? Zijn de causaliteit en mechanismen aannemelijk en wetenschappelijk bewezen?
  • Precisie: hoe nauwkeurig zijn de metingen en kwantitatieve resultaten? Is de nauwkeurigheid van de studie besproken en gekwantificeerd? Kunnen de resultaten worden onderscheiden van achtergrondruissignalen?

Als één van de criteria een negatief resultaat geeft, dan moet de publicatie als "niet wetenschappelijk" worden bestempeld.

Zie ook: https://vereniging-ion.nl/position-paper-cets-niet-gouvernementele-milieuorganisaties-experts-populisten