Deze week hadden we de kans om een gesprek te hebben met Diederik Samson. Een van de opstellers van de Green Deal van de Europese Unie, en daarmee ook één van de personen die de uiteindelijke tekst heeft goedgekeurd. Een tekst die naar de mening van Vereniging ION in een behoorlijk aantal gevallen niet zorgt voor een beweging in de gewenste richting.

Immers, onder de Green Deal zijn ook deelplannen opgesteld en in het gehele pakket zitten nogal wat termen die de wenkbrauwen doen fronsen. De voorstellen zijn dan niet uit te voeren, het is niet helder wat er met een term bedoeld wordt of de doelen zijn onrealistisch en/of onhaalbaar.

Na een korte presentatie over de ontstaansgeschiedenis van de Green Deal werden in een goed gesprek deze en andere zaken aan Diederik Samson voorgelegd. Een aantal zaken zullen we er voor u uitlichten.

Allereerst de term “toxic free environment”, een gifvrije samenleving. Hoe dan? In 2 artikelen over Jacobskruiskruid uit 2021 op het LinkedIn-profiel van Egbert Stremmelaar (deel 1 en deel 2) wordt al besproken dat dit een onhaalbaar doel is. Immers, de natuur zelf zit al vol met giffen, en een duurzaam Nederland vraagt om een lang gebruik van producten die voor dat doel gecoat moeten worden. Daarbij zijn SVHC-stoffen (natuurlijk en onnatuurlijk) noodzakelijk.

Diederik Samson erkende dat de soms activistische taal er bewust is ingezet. De industrie heeft een trackrecord van niet reageren als er zinnen gebruikt worden als “zou u mee willen werken aan een betere of schonere wereld?”. De doelen moeten prikkelend zijn en ver genoeg liggen om de industrie in beweging te zetten. Op de vraag, of ze dan nu niet zover liggen dat ze onhaalbaar zijn, werd geantwoord dat de industrie dat inderdaad vindt, maar dat de nieuwe generatie wereldbewoners nog wel een stapje verder wil gaan. Daarbij werd gifvrij wel zodanig genuanceerd dat daarmee bedoeld wordt de “onnodige” door de mens gemaakte SVHC-stoffen. Wat dan nodig en/of onnodig is, werd in dit gesprek verder niet geduid, maar uit het verloop van het gesprek kwam wel dat het vooral vervangbare stoffen betreft, want we willen niet inleveren op welvaart en welzijn. Dat laatste betekent overigens niet dat daardoor alle producten in de huidige vorm zullen blijven bestaan.

We hebben de term “essential use”, noodzakelijk gebruik, niet inhoudelijk besproken. Maar ook dit is een term die onder deze noemer valt. De reden is dat er in en met Brussel nog vergaderingen lopen over de definitie van “essential use”. Dus alles wat nu gezegd zou worden, zou speculatie zijn. De discussie gaat over; wat is noodzakelijk gebruik, is dat voor de gehele bevolking of voor een deel en wie bepaalt dat, en als je producten in de EU niet meer mag maken, mag je ze dan ook niet meer invoeren?

De vervolgvraag daarop; wat doe je met producten en stoffen van buiten de EU die we hier niet meer willen hebben, en wat doe je met producten die gemaakt zijn met behulp van SVHC-stoffen maar feitelijk geen SVHC-stoffen bevatten? Volgens Diederik Samson moet hier nog stevig over doorgepraat worden, omdat hier een waterdicht systeem voor ontwikkeld moet worden. Wel geeft hij aan dat hij hoopt dat de standaard die de EU zet, ook door niet-EU industrielanden gevolgd zal worden.

Vanuit de industrie willen we niet dat er wordt ingezet op gevaareliminatie. Immers, alles wat je doet in het leven levert een zeker gevaar op. Wel wil de industrie actief bijdragen aan risicoreductie en risicobeheersing. Ook op dit onderwerp zal nog veel doorgepraat moeten worden. Diederik Samson zit nog wel op het spoor van gevaar eliminatie, maar erkent dat een volledig gevaarloze samenleving een utopie is.

Hoewel de Green Deal voor iedereen in Europa nu raakt aan de dagelijkse bezigheden, zal er nog heel wat werk verzet moeten worden voordat de geformuleerde einddoelen gerealiseerd zijn. Als het gaat over de gewenste doelen, dan zijn we het snel eens. Als het gaat over de manier waarop je richting die doelen gaat, en of ze haalbaar zijn, dan is er nog een grote afstand tussen de beleidsmakers en de uitvoerders. Dat zal ook op de werkvloer tot tegenstellingen gaan leiden. Uiteraard zal Vereniging ION daar waar mogelijk de ondernemers uit de branche ondersteunen om mee te gaan in deze beweging. Maar daar waar het de uitleg en invulling betreft, zal Vereniging ION ook kritisch blijven en daar waar noodzakelijk de discussie aangaan en alternatieven aandragen.

Wordt vervolgd.