Jaap van Peperstraten

Sinds enkele jaren loopt het grootste straal- en conserveringsproject ooit in Nederland met een orderwaarde van net geen 46 miljoen euro. Het gaat om de Oosterscheldekering (OSK), het bekendste onderdeel van de Deltawerken en heel belangrijk voor de bescherming van Zeeland en het achterland tegen hoogwater vanuit de Noordzee. De contractduur omvat ook het onderhoud tot 2035. Hoe pak je zo’n klus aan? 



Rijkswaterstaat heeft deze opdracht in 2014 aan de OSK Conserveringsgroep gegund, een samenwerkingsverband tussen Van der Ende Steel Protection Innovators en Gelders Staalstraal- en Schildersbedrijf (GSB), dat speciaal voor deze klus is opgericht. Het zijn twee familiebedrijven die veel ervaring hebben met grote conserveringsprojecten en elkaar regelmatig tegenkomen als concurrent, maar soms ook gezamenlijk een inschrijving doen. De OSK is een imposante verschijning die de Zeeuwse eilanden Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland met elkaar verbindt. 



In totaal is het een negen kilometer lange verbinding bestaande uit drie sluitgaten met in totaal 62 stormvloedschuiven. In het contract met Rijkswaterstaat is bepaald dat er 32 schuiven helemaal gestraald moeten worden en van een nieuw conserveringssysteem moeten worden voorzien en dat de OSK Conserveringsgroep tot 2035 verantwoordelijkheid is voor het onderhoud. In totaal gaat het om het uitvoeren van zowel groot als klein onderhoud aan de conservering van de stalen schuiven, de stalen onderdelen van de pijlers, de peilmeetstations, leuningen en de remming- en geleidewerken. Het gaat om vast en variabel onderhoud. Variabel is bijvoorbeeld het verwijderen van de coating op 32 schuiven en het aanbrengen van een nieuw conserveringssysteem; vast onderhoud begint meteen daarna en geldt voor het gehele complex van 62 schuiven en aanverwante bouwwerken en duurt tot 2035.



SPECIALE HULPCONSTRUCTIE

Johan van Schenkhof, projectmanager van GSB, legt uit dat deze klus zo groot en niet zonder risico is, dat ze ervoor gekozen hebben om samen met Van der Ende in te schrijven. “We hebben allebei een aantal sterke kanten en hebben de krachten gebundeld. We hebben ook eerder gezamenlijk ingeschreven bij de Maeslantkering en de Koningshavenbrug, maar toen hebben we niet gescoord. Bij een grote klus met veel risico’s zoeken we elkaar wel op en we kunnen ook veel van elkaar leren. De basis is vrijwel hetzelfde, we zijn allebei familiebedrijven. Van der Ende was voor deze inschrijving de enige partij waarmee we dit samen zouden willen doen. We hebben goede afspraken gemaakt en het werk aan de OSK gelijkelijk verdeeld.”



Het werk aan de OSK is eigenlijk met niets te vergelijken. Zo was er de vraag: hoe ga je die schuiven aanpakken? Traditionele aanpak is via steigerbouw, maar dat is boven het snelstromende water een gevaarlijke klus. En ook tijdens het gritstralen en conserveren zijn steigers niet zonder gevaar. Daarom hebben de twee partijen een speciale hulpconstructie bedacht en gemaakt. Het gaat om een vaste hulpconstructie die bestaat uit zes grote onderbaksecties die onder de schuif worden gehesen. Daarop worden vaste stalen wanden met dubbelwandige isolatie gezet waarna er dakelementen worden aangebracht. Hierbij is er dus geen sprake van langdurige blootstelling aan valgevaar zoals bij steigerbouw met eromheen gesealde folie. De dubbelwandige isolatieplaten zorgen ook voor een betere klimatologische beheersing binnen de hulpconstructie waarmee het werk beter kan worden uitgevoerd. De hulpconstructie helpt om betere kwaliteit te leveren.

Een van de hoogwerkers om het object goed bereikbaar te maken.

HOOG WATER EN GOLFSLAG

Johan van Schenkhof: “Per etmaal stroomt de inhoud van vier miljoen zwembaden door de Oosterscheldekering. De stroomsnelheid is ongeveer een meter per seconde, echt bizar. Als je erin valt, heb je vrijwel geen overlevingskans. Bij de ontwikkeling van de constructie hebben we ook een jaar ervoor uitgetrokken om die constructie ter plekke te installeren en te kijken hoe het zich gedraagt in deze omgeving. Denk aan hoog water en golfslag. De daaropvolgende winterperiode zijn er diverse aanpassingen en verbeteringen doorgevoerd aan de constructie voordat gestart is met de daadwerkelijke conserveringswerkzaamheden. Bij steigerbouw moet je allerlei toeren uithalen om die steigers te kunnen plaatsen. Ook moeten de schuiven dan opgevijzeld worden tussen de pijlers voor het straal- en conserveerwerk. Dit opvijzelen brengt allerlei aanvullende risico’s met zich mee voor het functioneren van de Oosterscheldekering. Met de hulpconstructie is dat niet nodig.” Van Schenkhof vindt dat er voortaan bij dit soort omstandigheden altijd gewerkt zou moeten worden vanuit een hulpconstructie, omdat daardoor het risico dat iemand te water raakt aanzienlijk afneemt. Dit pleidooi is gebaseerd op het feit dat die constructie geen EMVI-eis was, waardoor je er in die zin niet op beoordeeld wordt. In de constructie wordt allereerst de oude coating verwijderd via conventioneel stralen waarna er een nieuw conserveringssysteem van drie lagen wordt aangebracht met een totale droge laagdikte van 515 micrometer. De OSK Conserveringsgroep doet mondjesmaat wel proeven met andere straalmethoden, zoals coating verwijderen met behulp van inductie of lasers, om te kijken of die bruikbaar zijn bij dit soort werkzaamheden. Het meeste uitvoeringswerk besteedt de OSK Conserveringsgroep overigens uit aan vier grote vaste onderaannemers, waaronder GSB en Van der Ende. Binnen de groep wordt niet alleen het werk zelf gelijkelijk verdeeld, maar ook de uitbesteding.

Een hulpconstructie aan de OSK en enkele behandelde schuifconstructies.

 

GEEN GARANTIE

“Wat betreft het verfsysteem, hebben we gekozen voor een systeem van Jotun dat zich hier al meer dan 15 jaar heeft bewezen. Wat wel veranderd is, is dat we van een vierlaags conserveringssysteem zijn overgestapt op een drielaags systeem met een polyurethaan toplaag, maar we zijn in laagdikte juist iets omhooggegaan. Contractueel is een corrosiebestendigheid van 20 jaar vereist en een totale laagdikte van 350 micrometer. Maar wij hebben voor een zwaarder systeem gekozen om zodoende minder inspanning te hoeven leveren in de onderhoudsperiode. Dus nu wat meer uitgeven om straks meer te besparen. Of je nu 150 of 225 micrometer spuit, maakt in de arbeidsgang niet veel uit, hoewel het wel extra verf vergt. Belangrijker is dat het uiteindelijk wel scheelt in de onderhoudsperiode, gelet op risico’s en faalkansen. Vorig jaar hebben we met Rijkswaterstaat een traject doorlopen om het contract te optimaliseren waardoor het beter aansluit bij hun wensen en doelstellingen.”



Hij vervolgt: “Het unieke aan dit project is ook dat we contractueel geen garantie geven aan Rijkswaterstaat, maar dat wij wel tot 2035 verantwoordelijk zijn voor het onderhoud. Je kunt dit als een soort garantie aan onszelf zien. Objecten die we gedaan hebben, gaan het jaar daarop het onderhoud in. We moeten jaarlijks de hele kering inspecteren om het onderhoudsplan te kunnen bepalen. Geconstateerde schade moeten we uiterlijk binnen twee jaar herstellen. Alles wat we nu niet goed doen, komen we zelf weer tegen voor herstel. Daarom hebben we ervoor gekozen om de kwaliteit nu ontzettend hoog in te schieten. Vandaar die totale laagdikte van 515 micrometer.”

Straler van GSB

BIZAR

In totaal worden er nu vier schuiven per jaar behandeld. Alle schuiven zijn natuurlijk bedoeld om onder water te gaan en in werkelijkheid doen ze dat ook, want vier keer per jaar wordt de sluiting geoefend. Johan van Schenkhof: “Ik heb heel veel bruggen en andere bouwwerken gedaan, maar hier praten we toch over een bijzondere klimaatklasse. Ik kan me voor een conserveringssysteem geen ergere klimaatklasse voorstellen dan deze. Een booreiland offshore is misschien vergelijkbaar. Maar hier is het echt bizar. Als je over de kering rijdt en aan het begin is de houder voor de ruitensproeivloeistof helemaal vol, kan die aan het eind, na negen kilometer, helemaal leeg zijn. Als de wind over de weg waait, heb je één en al zout en blijf je sproeien, echt bizar. Dit object heeft dus elk jaar onderhoud nodig.”



Voor een goede uitvoering, heeft de OSK Conserveringsgroep ook twee hoogwerkers gekocht en aangepast met hangbakken om het object goed bereikbaar te maken. De hoogwerkers zijn bedienbaar vanuit de hangbak, zijn goedgekeurd door de Inspectie SZW en hebben zelfs een innovatieprijs gewonnen. “De bereikbaarheid goed regelen was veel meer een uitdaging dan de vraag welke verf we gaan gebruiken. De Oosterscheldekering is naast een stormvloedkering ook een openbare weg tussen Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland met een hoofdrijbaan en een parallelweg die dienstdoet als werkweg. Voor het plaatsen van de hulpconstructie en het conserveren hebben we werkruimte nodig en daarvoor maken we gebruik van de werkweg."