Jaap van Peperstraten

Rijkswaterstaat (RWS), ProRail en Rijksvastgoedbedrijf (RVB) hebben deze zomer met expertise uit de markt een Beheersregime Chroom-6 vastgesteld. Dit document is bedoeld als handreiking voor iedereen om chroom-6-houdende coatings veilig te bewerken en te verwijderen. En daarmee de mogelijke gezondheidsrisico’s via blootstelling aan chroom-6 zo klein mogelijk te maken. De Rijksoverheid zal dit beheersregime toepassen, zowel vanuit de rol van werkgever als vanuit de rol van opdrachtgever.

In het verleden is chroom-6-houdende verf/coating gebruikt voor de conservering van metalen, betonnen en houten bouwmaterialen. Bij het bewerken of verwijderen van deze coatings van bijvoorbeeld bruggen/kunstwerken, stations en gebouwen kunnen chroom6-verbindingen vrijkomen met mogelijke gezondheidsrisico’s voor diegenen die de betreffende werkzaamheden uitvoeren. Er zijn grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling vastgesteld op basis van in Nederland geaccepteerde gezondheidsrisico’s. De wettelijke grenswaarde voor chroom-6 in Nederland is 1 μg/m3. Het beheersregime schrijft maatregelen voor om blootstelling aan chroom-6 te voorkomen tijdens het bewerken of verwijderen van coatings. Het regime is bedoeld als werkdocument en wordt de komende tijd verder ontwikkeld en onderbouwd met behulp van metingen. RWS, ProRail en RVB zullen de komende periode meetgegevens verzamelen van diverse onderzoeken naar de emissie van chroom-6 tijdens het bewerken of verwijderen van coatings. Hierbij worden diverse technieken onder verschillende omstandigheden vergeleken. De onderzoeksresultaten kunnen ertoe leiden dat maatregelen in het beheersregime worden aangepast of technieken als veilige werkwijzen worden toegevoegd. De beschreven maatregelen per proces zijn primair gebaseerd op basis van expert judgement. Maar voor een deel van de processen zijn al (bruikbare) metingen beschikbaar naar blootstelling aan chroom-6.

Stalen brug bij nacht

BLOOTSTELLING

Bij het werken aan chroom-6-houdende coatings/verven kan chroom-6 als stof of damp vrijkomen. De chroom-6-verbindingen kunnen op drie manieren in het lichaam terechtkomen: door inslikken (maag), door inademen (longen) of via de huid. Gezien de aard van de blootstelling bij onderhoudswerkzaamheden (vrijkomen van stof of damp) is de blootstelling door inademing zeer relevant. Maar doordat stof aan de handen kan blijven kleven, kan chroom-6 bij hand-mondcontact ook in de maag terechtkomen. Ook blootstelling via hand-mond-contact moet daarom zoveel mogelijk worden voorkomen. Opname in het lichaam van chroom-6 uit coatings via de huid vindt niet of nauwelijks plaats. Huidblootstelling kan alleen lokale effecten aan de huid veroorzaken in de vorm van allergische klachten. Dit risico bestaat voornamelijk bij natte bewerkingen. Naast de directe blootstelling via stof of damp, kan er ook indirecte blootstelling plaatsvinden doordat medewerkers in de buurt staan van werkzaamheden waarbij stof of damp vrijkomen. Stof uit de werkzaamheden daalt neer in de omgeving, dwarrelt weer op en kan zo voor blootstelling zorgen. Zaak is dus het opnieuw opdwarrelen van stof te voorkomen. Ook kunnen medewerkers, doordat zij stof aan hun kleding hebben en met zich meedragen, zichzelf, collega’s of derden later alsnog blootstellen. Brongerichte maatregelen (voorkomen dat stof vrijkomt) zijn het meest effectief in het terugdringen van de blootstelling. Daardoor hoeven andere maatregelen minder ingrijpend te zijn.

De Waalbrug 2 Foto Rijkswaterstaat

MAATREGELENMATRIX

Technische, organisatorische maatregelen of de inzet van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals ademhalingsbescherming of handschoenen, kunnen directe blootstelling voorkomen. Indirecte blootstelling kan worden voorkomen door zonering, het aanbrengen van een containment (al of niet met afzuiging/onderdruk), effectieve schoonmaakprocedures en strikte hygiëne- en kledingprocedures. Die procedures zijn effectief als iedereen die naleeft en men elkaar daarop ook durft aan te spreken. Het bewerken en verwijderen van chroom-6-houdende verf/coating kan via verschillende werkzaamheden. Het document bevat voor iedere werkzaamheid een maatregelenmatrix waarin specifieke maatregelen worden getoond om de risico’s te beheersen. Bij het formuleren van maatregelen is zoveel mogelijk rekening gehouden met het toepassen van de arbeidshygiënische strategie.

Bij het opstellen van de maatregelenmatrices is ervan uitgegaan dat de standaard geldende maatregelen algemeen bekend zijn en sowieso altijd genomen moeten worden (bijvoorbeeld handschoenen en veiligheidsschoenen dragen bij het slijpen). De standaard geldende maatregelen zijn dan ook niet in de maatregelenmatrices opgenomen. Daarin staan alleen specifieke maatregelen per werkzaamheid. De in het document gedefinieerde werkzaamheden zijn bewerken constructie, reinigen, verwijderen coating droge methoden en verwijderen coating natte methoden. Vervolgens worden die werkzaamheden in de betreffende maatregelenmatrix gesplitst in diverse gedetailleerde werkzaamheden en kan men in kolommen zien welke maatregel daarvoor geldt. Daarbij wordt onder meer onderscheid gemaakt tussen maatregelen voor ademhalingsbescherming en voor kleding.

STOFVORMING

In het document wordt geen onderscheid gemaakt tussen oplosbare en niet-oplosbare chroom-6 verbindingen. Dit naar analogie van het rapport van de Gezondheidsraad uit 2016 over chroom6-verbindingen. Hygiënische maatregelen zijn erop gericht om bij stofblootstelling hand-mondbesmetting zoveel mogelijk te voorkomen. Denk hierbij aan het wassen van handen en het instellen van een kledingregime om te voorkomen dat stof zich onnodig buiten de werkplek verspreidt. Zie ook het artikel Uitgekiende cabine voor renovatie van Chroom VI-houdende verfproducten op pagina 12 waarin een pasklare oplossing wordt beschreven voor deze problematiek.