Jaap van Peperstraten

Koninklijke Nederlandse Munt wilde meer verdieping en achtergrondkennis.

Er zijn niet veel bedrijven in Nederland waar hardverchromen dagelijks wordt uitgevoerd, maar er is één bedrijf waar dat wel het geval is: Koninklijke Nederlandse Munt. Daar worden de stempels om munten en penningen mee te slaan hardverchroomd. Toch waren er maar twee medewerkers die dat werk uitvoerden en dat ook nog op basis van kennis die lang geleden is aangeleerd. Hoog tijd dus om eens met een groter groepje een cursus te gaan volgen.

Bij de Koninklijke Nederlandse Munt worden niet alleen munten en penningen geslagen voor ons land, maar ook voor tal van andere landen. Munten heb je in diverse kwaliteitsgradaties. De hoogste kwaliteit krijgen de zogenoemde proofproducten voor bijzondere gelegenheden waarin vooral verzamelaars geïnteresseerd zijn. Kwaliteit bij munten heeft vooral te maken met de hoeveelheid glans die ze hebben. De proof-producten moeten als het ware spiegelend zijn. Maar de munten die wij allemaal bij ons hebben, zijn circulatiemunten en bij die is de glans minder. Hoe dan ook: alle munten worden geslagen met stempels die hardverchroomd zijn. Ed Nuij, productiemanager bij Koninklijke Nederlandse Munt, heeft het initiatief genomen om te kijken of ION wellicht een bedrijfsinterne cursus kon verzorgen die specifiek op de werkzaamheden van het hardverchromen was afgestemd. “We hadden altijd twee personen die dat werk deden, maar één daarvan gaat binnenkort met pensioen. Daarnaast is vorig jaar binnen ons bedrijf een reorganisatie doorgevoerd waardoor twee business units zijn ontstaan die allebei verchroomde stempels maken. We wilden graag in iedere business unit enkele mensen hebben die kennis van het hardverchromen hebben, zodat je niet meer van één persoon afhankelijk bent. Dat merk je vooral wanneer die ene persoon ziek is, een vrije dag heeft of op vakantie is. Je zou kunnen volstaan met ervoor zorgen dat de twee personen hun kennis overdragen, maar dan komt het een beetje neer op een trucje aanleren. We wilden juist dat de mensen meer kennis van het proces zouden hebben, zodat ze bij storingen beter konden ingrijpen.”

Stempels worden ontvet voordat ze het chroombad ingaan

ACHTERGRONDKENNIS

Soms gaat er iets fout en dan wordt het moeilijk om fouten op te sporen als er te weinig kennis is van de verschillende parameters die het succes van het hardverchromen bepalen. Denk aan bad- en stroomsterkte en temperatuur. Ook helpt het wanneer je met kennis van zaken analyserapporten kunt bekijken nadat je een bad hebt laten analyseren, bijvoorbeeld op de chroomsterkte. Koninklijke Nederlandse Munt wil dat de medewerkers meer verantwoordelijkheid voelen voor het proces van hardverchromen en een cursus wordt daartoe als een probaat middel gezien.

Medewerker Paul Roosjen legt de lang gebezigde handelswijze uit als er iets misging. “Dan was ontchromen vaak de enige mogelijkheid tot herstel. Dat klinkt heel eenvoudig, maar komt erop neer dat je het hele proces opnieuw moest doorlopen tot en met het hardverchromen toe. Je moet daarbij heel voorzichtig te werk gaan. Heel vaak was het probleem weg, terwijl je eigenlijk hetzelfde deed. Maar soms moest je het wel drie keer doen om het probleem weg te krijgen. Waarom het de tweede of derde keer wel lukte en de eerste keer niet bleef gewoon een raadsel. Door gebrek aan achtergrondkennis, wist je niet waardoor het probleem was ontstaan en als het was opgelost, kon je niet aangeven waardoor dat kwam. Met een cursus hoop je dit te voorkomen, zodat je weet waar je de volgende keer op moet letten.”

AFHANKELIJK

Medewerker Erwin Versteeg heeft ongeveer dertig jaar geleden de opleiding Galvano A1 en A2 gedaan bij de toenmalige VOM. “De kennis die ik daar heb opgedaan, was altijd toereikend om de gewenste kwaliteit te leveren. Maar als ik hier intern de kennis overdroeg, kwam het neer op een trucje aanleren en dat wilden we niet langer. We deden het hier altijd op dezelfde manier, maar de kennis vernieuwt zich en er komen nieuwe technische mogelijkheden. Het hardverchromen doen we om de levensduur van de stempels te verlengen en om de kwaliteit van de producten hoog te houden. Maar je wilt bijvoorbeeld dat chroom in het bad niet te laat vervangen wordt, maar ook niet te vroeg. We waren vaak te afhankelijk van de chemicaliënleverancier. Dat willen we niet meer.” 

In totaal zijn er nu zes man op de bedrijfsinterne cursus geweest die uit acht lessen bestond. Iedere les duurde een halve dag. De laatste cursusdag was eind mei. De inhoud van de cursus is van tevoren met ION doorgenomen en afgestemd op het specifieke werk en de behoefte bij Koninklijke Nederlandse Munt. Ed Nuij: “Snel werd duidelijk dat ION het hardverchromen een heel interessant proces vindt en daarbij specifiek lesmateriaal heeft gezocht. Daarnaast werden ook enkele algemene galvanische onderwerpen behandeld.”

De cursisten voor de badenreeks, de man rechts houdt een staak met stempels in de handen.

WERKWIJZE

Paul Roosjen legt voor de volledigheid de werkwijze van het hardverchromen van de stempels uit: “Eerst worden de stempels op kwaliteit gebracht door middel van polijsten met fijn gereedschap onder een microscoop. De gewenste kwaliteit is hierbij leidend. Dat komt neer op de vraag of een munt over het gehele oppervlak moet glimmen (dus ook het reliëf ) of dat het reliëf gematteerd is en de achtergrond hoogglans. Zo heb je vele soorten. Daarna worden ze naar een ruimte gebrachte waar ze uitentreuren worden ontvet en schoongemaakt waarna ze op een staak met magneten worden bevestigd waarbij de te verchromen delen bloot blijven. Vervolgens gaat die staak in het chroombad en verblijft daar volgens een bepaalde berekening gelet op het oppervlak en het aantal stempels aan de staak. Ook de stroomsterkte en de verblijfstijd in het bad spelen een rol. Als het klaar is, is het de bedoeling dat de stempels er perfect uitkomen.Erwin: “Het ontvetten gaat met alcohol en wasbenzine om de stempels helemaal schoon te maken. Soms worden er tien stempels op een dag verchroomd, op andere dagen zijn dat er soms tachtig of honderd. Als de stempels klein zijn, gaan er hoogstens veertien op een staak. We hebben het nu onderling zo afgesproken dat op iedere dag van de week een andere persoon het hardverchromen doet. Bij ziekte of vrije dagen wordt dat opgevangen. De cursus werd gegeven door Laurens Wessels die als technisch specialist bij Enthone werkt. Hij deed dat heel enthousiast. Wij konden ook onze praktijkcasussen inbrengen. Iedere keer werd er gekeken wat wij konden verbeteren.” 

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

Paul Roosjen haakt daar op in. “Door de cursus is nu besloten dat we het ontvetten anodisch gaan doen in plaats van kathodisch. Bij dat laatste komt er waterstof vrij en bij anodisch komt er zuurstof vrij wat beter voor het proces schijnt te zijn. Een groot voordeel van onze docent is dat hij bij veel bedrijven komt en zicht heeft op allerlei actuele chemische ontwikkelingen in de industrie. Hij geeft ons tips, denkt heel erg met ons mee en raadt ons soms aan iets op een andere manier te doen omdat dat beter voor ons proces kan zijn. Zo zijn we ook eens het anodisch ontvetten gaan testen. Op de laatste les is hij daarvoor twee uur eerder gekomen.” Niet alleen de medewerkers die het hardverchromen uitvoeren, hebben de cursus gevolgd, maar ook de persoon die bij het bedrijf gaat over kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu. Verchromen is nu eenmaal een proces dat op die laatste twee terreinen bijzondere aandacht behoeft. Ed Nuij: “Wij zijn ons wel degelijk bewust van de problematiek van Chroom VI en gaan daar heel zorgvuldig mee om en nemen passende voorzorgsmaatregelen. 

Ook op het niveau van de wereldwijde muntindustrie wordt daar regelmatig over gesproken. Internationaal komt men regelmatig bij elkaar en worden er samenwerkingsprojecten uitgevoerd. Er wordt zeker gekeken naar mogelijke alternatieven voor Chroom VI, maar geconcludeerd wordt dat die alternatieven voor het hardverchromen van stempels er momenteel niet zijn. Wij blijven ons daarop wel oriënteren en hebben onlangs met onze chemicaliënleverancier gesproken over driewaardig chroom, maar in onze situatie is dat nog niet echt een alternatief.”

Munt