Op 5 december 2018 kreeg Vereniging ION van de Inspectie L&T het verzoek om een rectificatie/aanvulling aan te brengen in een artikel uit de OT (juli 2016). Het betrof het artikel "Vervoer gevaarlijke stoffen, wanneer is een veiligheidsadviseur verplicht?". Het artikel is na te lezen op https://issuu.com/jetvertising/docs/oppervlaktetechnieken7816?e=15052664/38318703 (pagna 22) en gaat over een case bij een lid van Vereniging ION waar een boete was gegeven, omdat een heftruckchaffeur van dat lidbedrijf een pallet had gelost van de vrachtwagen.

Omdat het artikel was besproken en goedgekeurd door de Inspectie L&T heeft Vereniging ION een uitnodiging gestuurd om onder het genot van een kop koffie de case te bespreken, toe te lichten hoe het artikel tot stand is gekomen en na te gaan van welke rectificatie/aanvulling er sprake zou moeten zijn. Op 19 december heeft deze afspraak plaatsgevonden.

Geconstateerd is dat de inhoud van het artikel volledig correct is. Echter wat men onvoldoende uitgelicht vond is de verantwoordelijkheid van de ontdoener. Daarom bij deze een verduidelijking: Als een oppervlaktebehandelaar gevaarlijke stoffen laat afvoeren dan is een audit noodzakelijk. Dit kan gedaan worden door een externe veiligheidsadviseur, maar kan ook, zoals weergegeven in het artikel, worden gedaan door de afvalverwerker, indien deze afvalverwerker de bevoegdheid heeft om een audit uit te voeren. Het blijkt dat niet alle afvalverwerkers deze bevoegdheid hebben, en de ontdoener zal zich dus moeten vergewissen dat dit het geval is. Indien de afvalverwerker deze bevoegdheid niet heeft, dan zal alsnog een externe veiligheidsadviseur moeten worden ingeschakeld.

De Inspectie L&T zal hier nadrukkelijk op controleren.