Een branchevereniging zet zich in op ‘niet-competitieve’ onderwerpen die een individueel bedrijf niet kan oppakken. Denk daarbij aan het organiseren van vakinhoudelijke cursussen, kwaliteitssystemen, beïnvloeding van normontwikkeling en wet- en regelgeving, het in gesprek gaan met inspecties en bevoegd gezag over beschikbare technologieën en standaard werkwijzen, kennisverspreiding en ontsluiten van nieuwe technologieën, promotie van de branche, het stimuleren van innovaties en het ontwikkelen van gestandaardiseerde werkwijzen en tools.
Eigenlijk is een branchevereniging dus bezig om voor de branche een goed ondernemersklimaat te scheppen op de langere termijn. Dat is best een lastige propositie. Immers als de branchevereniging succesvol is, dan ontstaat er geen probleem, en stel je de vraag: wat heb ik aan de vereniging? En als de branchevereniging niet succesvol is, dan ontstaat er wel een probleem, en stel je de vraag; wat heb ik aan de vereniging? Daarnaast gaat het om een inzet die zich richt op de lange termijn en hoor je vaak: wie dan leeft, wie dan zorgt.
Iedere klant wil zorgeloos tegen een goede prijs zijn product of dienst op tijd ontvangen.
Het zorgen voor tevreden klanten moet elk bedrijf zelf doen. Maar het zorgen voor de goede bodem (lees ondernemersklimaat) kan geen enkel MKBbedrijf zelf. Daarom is het noodzakelijk om collectief op te trekken. Eigenlijk is de branchevereniging voor een lidbedrijf het uitbesteden van ‘zorgen voor een goede bodem voor een gezonde toekomst’ van het bedrijf. Dat zijn we als Nederlanders ook wel gewend. Immers zelf een stukje dijk aanleggen terwijl de buurman dat niet doet, heeft geen zin. En zelf de hele dijk aanleggen is geen optie.
Nu is de oppervlaktetechnologie overal aanwezig. Het is net als lucht. Het valt pas op als het er niet meer is. Letterlijk elk product dat gemaakt wordt, is behandeld. De waarde van de oppervlaktetechnologie van een product is ‘slechts’ één procent, maar bepaalt wel in hoge mate hoe lang een product meegaat, of het product doet wat het moet doen en of het er mooi uitziet. De oppervlaktetechnologie bepaalt dus in hoge mate de doelmatigheid van het product. Daarom is het belangrijk om goed aangesloten te zijn bij de bedrijven die de producten maken: de ‘maakindustrie’ van Nederland. Deze industrie is in hoge mate bepalend voor de welvaart in Nederland, dus daarmee is het belang van de BV Nederland direct gekoppeld aan een ‘state of the art’ oppervlaktebehandelende branche. Deze cruciale positie moeten we dan wel opeisen door ‘trots’ te zijn op ons werk, door de goede technologieën aan te bieden en door verantwoord om te gaan met mensen en middelen. Vereniging ION doet dat in opdracht van de leden namens de oppervlaktebehandelende bedrijven. Daarom bieden wij u met trots het jaarverslag 2018 aan waarin onze activiteiten zijn opgesomd (lijst in rechterkolom).