Afgelopen vrijdag, 2 april, verscheen een artikel in het NRC over de waarde van de natuur. Hoewel het niet direct een onderwerp is dat oppervlaktetechnologie gerelateerd lijkt, past het in de ontwikkeling van het huidige denken, en zal het ook de (maak)industrie raken. Vandaar dat we toch uw aandacht op het artikel willen vestigen. 

Al langer is er bezwaar tegen de bruto binnenlands product (bbp) indicator. Deze gaat teveel uit van toevoeging van economische waarde, en laat zaken als natuurkosten en welzijn buiten beschouwing.

In Nederland is op initiatief van Rabo Reseach en de Universiteit van Utrecht al in december 2016 een brede welvaartsindicator (bwi) gelanceerd. Zie hiervoor ook de webpagina van de UU: https://www.uu.nl/onderzoek/instituties-voor-open-samenlevingen/brede-welvaartsindicator/over-de-bwi.

De Statistische Commissie van de Verenigde Naties heeft onlangs een besluit genomen dat vergaande gevolgen kan hebben voor de beoordeling van de welvaart van landen. Tot nu toe is die (internationaal) vrijwel uitsluitend berekend op basis van het bruto binnenlands product (bbp), ofwel de waarde van alle binnen de landsgrenzen geproduceerde goederen en diensten, maar het effect op de natuur en de aarde is daarin niet meegenomen. Daarom is er sinds kort een meetmethode bijgekomen: de zogeheten natuurlijkkapitaalrekeningen zijn officieel erkend als statistische standaard.

Link naar het artikel in de NRC met de titel: Te lang is gedaan alsof de natuur gratis is. Valt de waarde van natuur te meten? https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/02/te-lang-is-gedaan-alsof-de-natuur-gratis-is-valt-de-waarde-van-natuur-te-meten-a4038168

Het behoeft geen betoog dat deze ontwikkeling past binnen het denkraam van circulaire economie, en het beprijzen van het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en afvalstromen. Ook voor de (maak)industrie zal deze trend gevolgen hebben.