Ieder bedrijf dat wel eens met gevaarlijke stoffen te maken heeft, krijgt eerder vroeg dan laat met de vraag te maken: moet ik een veiligheidsadviseur inschakelen? In de praktijk zijn daar veel vragen en onduidelijkheden over. In dit bericht willen we klip-en-klaar uit de doeken doen wanneer je als oppervlaktebehandelaar een veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen moet inschakelen.

Bijna iedere dag gebeurt het: er worden chemicaliën (gevaarlijke stoffen) aangeleverd voor het productieproces. Ook zijn er oppervlaktebehandelende bedrijven die na het productieproces chemisch afval hebben dat ze kwijt willen. Dan word je een ‘ontdoener van gevaarlijke stoffen’. In het eerste geval moet er gelost worden, in het tweede geval geladen. In beide gevallen gaat het om een schemergebied waarbij vaak onduidelijk is wie wat mag of moet doen, en waar precies de verantwoordelijkheid van de één (bijvoorbeeld de transporteur) ophoudt en die van de ander (bijvoorbeeld de applicateur) begint.

Op het moment dat de editie juli/augustus van het Vakblad Oppervlaktetechnieken naar de drukker ging, zag het ernaar uit dat er in september een heuse rechtszaak over deze materie gevoerd zou worden. Bij een ION-lid was immers een proces-verbaal opgemaakt, omdat het lidbedrijf volgens de inspecteur een overtreding beging door onjuist om te gaan met het lossen van een vrachtwagen. Maar wat bij het ION-lid is gebeurd, gebeurt bij veel bedrijven.

Egbert Stremmelaar, directeur van Vereniging ION, maakt duidelijk dat dit onderwerp al heel lang speelt: “Al in 2013 is er door de voorloper van Vereniging ION contact gezocht met de Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T) over deze kwestie. We hebben daarop wel antwoord gekregen, maar dit antwoord liet op sommige punten toch aan duidelijkheid te wensen over. Vandaar dat we hierover nu opnieuw contact hebben gezocht met de inspectie, maar ook met de Vereniging voor Veiligheidsadviseurs Vervoer Gevaarlijke Stoffen (VVA). Wat wij willen, is dat aan alle onduidelijkheid een einde komt.”

Veiligheidsadviseur
De centrale vraag in dit hele verhaal is in welke gevallen een bedrijf een veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen moet inschakelen. Daarvoor wordt contact gezocht met Wim van Dongen, voorzitter van de VVA. Gewapend met dikke wetboeken wil hij tekst en uitleg geven:
“Eerst wil ik het wettelijk kader schetsen. We praten over de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Daarin staat hoe je in Nederland moet omgaan met het vervoer van gevaarlijke stoffen. Hier op volgend bestaat onder meer een Besluit, houdende vaststelling van nadere regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen (BVGS). Ook is er het Europese verdrag ADR waarin feitelijk staat hoe het vervoer van gevaarlijke stoffen in Nederland moet. De Nederlandse wet is er om het afdwingbaar te maken en om de inspecteurs handvatten te geven. Bij vragen zoek je het antwoord in de regel in het ADR, dat uit drie dikke boeken bestaat. In het ADR staat dat een veiligheidsadviseur aangesteld moet worden bij bedrijven die zich bezighouden met laden en lossen en vervoer van gevaarlijke stoffen.”
Maar bij oppervlaktebehandelende bedrijven gaat het nou juist om de vraag of een veiligheidsadviseur ook nodig is bij een heel klein onderdeel van het werk: het lossen van chemicaliën of het laden van gevaarlijk afval. Het centrale aandachtspunt is wie er nou precies lost (of laadt): de chauffeur van de vrachtwagen of de heftruckchauffeur?

Lossen? No way
“Het transport, en daarmee ook de werking van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, stopt pas als de goederen zijn gelost, dus uit de vrachtwagen zijn gehaald. Als de heftruckchauffeur lost, wordt hij daarmee een losser in de zin van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en valt dus onder die wet. Ook als hij het van de laadklep haalt. Het verstandigst is wanneer het ontvangende bedrijf zich heel strikt opstelt en zich in het geheel niet bemoeit met het lossen. Dus ook niet lost onder toezicht of instructie van de chauffeur.”
Het is wel begrijpelijk dat een vrachtwagenchauffeur vraagt of het bedrijf de gevaarlijke stoffen wil lossen met de heftruck - dat gaat sneller dan wanneer de vrachtwagenchauffeur lost -, maar het is onverstandig daarop in te gaan. Als je lost, val je onder de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en dat wil je nou juist niet. Als de heftruckchauffeur de geloste pallet op straat of op het bedrijfsterrein oppikt en vervoert, dan valt die actie gewoon onder intern transport en niet onder de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.
Het maakt overigens niet uit waar de geloste pallet wordt neergezet: op straat of op het bedrijfsterrein. Bepalend is wie er lost. Wel is het aan te raden om aan de vrachtwagenchauffeur te vragen de goederen binnen de poort te plaatsen of anders zo dichtbij mogelijk. Overigens gaat het in dit artikel alleen maar over stukgoed. Zodra het gaat om transport per tankauto, moet altijd een veiligheidsadviseur ingeschakeld worden. 

Wim van Dongen: “De vrachtwagenchauffeur moet ervoor zorgen dat de verpakte chemicaliën gelost worden en het is voor het ontvangende bedrijf niet verstandig om daarbij te assisteren. Voordat je het weet, ben je aan het lossen en daarmee bega je formeel een overtreding. Het uitlenen van de heftruck aan de vrachtwagenchauffeur kan wel een optie zijn, als de chauffeur tenminste de juiste papieren heeft om de heftruck te besturen.”

Ontdoen van afvalstoffen
Een soortgelijk verhaal gaat op wanneer bedrijven zich ontdoen van afvalstoffen uit het proces die aangemerkt worden als gevaarlijke afvalstoffen. Hier geldt: wie de gevaarlijke stoffen laadt, wordt volgens het ADR aangemerkt als de ‘belader’. Dus eigenlijk hetzelfde principe als bij de losser, waardoor je weer valt onder de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. In de praktijk gaat het veelal als volgt: een bedrijf meldt een stroom aan bij een verwerker. De verwerker neemt een monster voor analyse, en na overeenstemming over de prijs wordt er voor de afvalstroom geschikte emballage aangeleverd. Dan komt de vervoerder met alle papieren en stickers en wordt onder supervisie van de chauffeur de chemie geladen. Als extra controle wordt er steekproefsgewijs een checklist afgewerkt, waarin alle zaken staan waaraan de vrachtwagen en chauffeur moeten voldoen.
De onderneming die opdracht geeft tot het transport is verantwoordelijk. In ons geval is dat het OT-bedrijf en daarmee is in eerste aanleg een (externe) veiligheidsadviseur vervoer gevaarlijke stoffen noodzakelijk. Dit geldt wanneer je boven een bepaald volume aan afvalstoffen komt. Het OT-bedrijf kan de verplichting voor de veiligheidsadviseur ‘afkopen’ door deze taak nadrukkelijk en contractueel over te dragen aan de afvalverwerker. In dat geval moet de afvalinzamelaar deze taak ook expliciet accepteren (bij voorkeur met twee handtekeningen). In feite maakt het OT-bedrijf dan gebruik van een extra dienst van de afvalinzamelaar. Dit kan uiteraard wel kostenverhogend werken, maar voorkomt dat je een (andere) externe veiligheidsadviseur in moet zetten. In de regel hebben alle (grote) afvalinzamelaars veiligheidsadviseurs in dienst, en zouden de kosten beperkt moeten zijn of zelfs gewoon in het standaardtarief moeten zitten.

De informatie hierboven is afgestemd met de IL&T die dit artikel ook heeft gelezen. Tijdens de combinatievergadering van de Vakgroepen Anodiseren & Galvaniseren op 14 september is deze problematiek ook ter sprake komen.