Op 1 februari 2021 ging de nieuwe EU-verordening (2019/1148/EU) rondom precursoren voor explosieven in. Precursoren voor explosieven zijn in dit geval grondstoffen die gebruikt kunnen worden om explosieven van te maken. Om aan de nieuwe verordening uitvoering te geven, is ook de Nederlandse wetgeving aangepast. De verordening is ingesteld om te voorkomen dat kwaadwillende personen ongemerkt explosieven kunnen maken met deze stoffen. In de bijgevoegde factsheet van de nationaal coördinator terrorismebestrijding en veiligheid staat omschreven wat de gevolgen zijn voor ondernemers en bedrijven die deze stoffen verkopen en gebruiken. De verplichtingen sommen we hieronder even kort op.

Vanaf 1 februari 2021 gelden de volgende verplichtingen voor stoffen op lijst 1 (zie factsheet):

  • Bedrijven die precursoren verkopen moeten een verificatieplicht uitvoeren op de identiteit van de klant en checken of een vergunning nodig is of niet. Is een vergunning nodig, dan volgt een vergunningscontrole.
  • Bedrijven die precursoren verkopen moeten gegevens van de klant registreren en bewaren voor een periode van 18 maanden. Het staat hen hierin vrij op welke manier ze dit willen doen, mits ze rekening houden met de privacyregelgeving (AVG).

Voor alle genoemde stoffen op zowel lijst 1 als 2 (zie factsheet) geldt:

  • Alle verdachte transacties, diefstal en vermissing moeten binnen 24 uur worden gemeld bij het meldpunt Verdachte Transacties Chemicaliën: 088 - 154 00 00.
  • Bedrijven moeten de zakelijke klant informeren dat het product dat zij kopen een precursor voor explosieven is waarvoor regels en verplichtingen gelden. De informatieplicht geldt dus niet voor de consument.
  • Bedrijven moeten hun personeel trainen en instrueren, zodat ze op de hoogte zijn van de verplichtingen die gelden voor het verhandelen van precursoren en uitvoering kunnen geven aan de wet.

De stoffen die het betreft staan in de factsheet. De stoffen die genoemd zijn worden (deels) ook in de oppervlaktetechnologie branche gebruikt.