Jaap van Peperstraten

Pre-anodiseren heeft de laatste jaren veel in de belangstelling gestaan, maar in Nederland wordt het maar zeer beperkt toegepast. Dat gaat waarschijnlijk veranderen, want onlangs zijn onder de vlag van het internationale kwaliteitslabel Qualicoat nieuwe normafspraken gemaakt die de toepassing van pre-anodiseren verduidelijken, maar ook makkelijker maken. Die normen gelden sinds 1 januari 2019. Hoog tijd dus om te kijken wat er is veranderd.

Harmen IJdema is namens Vereniging Qual.ION lid van de Qualicoat-werkgroep Pre-anodiseren die de afgelopen jaren via praktijkgericht onderzoek gewerkt heeft aan de ontwikkeling van nieuwe normen. De werkgroep heeft daarover een advies opgesteld die door de algemene vergadering van Qualicoat is aangepast en vastgesteld. Hij schets allereerst de werking van pre-anodiseren an sich. “Pre-anodiseren is een elektrochemische tussenstap in het hele voorbehandelingsproces, dus ontvetten, beitsen, pre-anodiseren, spoelen en dan eventueel het aanbrengen van een conversielaag. Pre-anodiseren houdt in dat je de aluminiumlegering in een zure vloeistof dompelt. Vervolgens wordt daar een spanningsverschil opzet, waardoor het aluminium wordt omgezet in een aluminiumoxide die heel poreus is. Je hebt dan niet een separaat laagje, maar een overgang van het aluminiumoxide naar de aluminiumlegering.”

Door deze werkwijze is die overgang één geworden met het aluminium en kun je het niet meer loshalen. Omdat het heel poreus is, heb je een sublieme ondergrond voor een coating. Als alle processtappen goed zijn uitgevoerd, krijgt filiforme corrosie geen kans. Pre-anodiseren geldt als Thema Reinigen en ontvetten, machinebouw een alternatief voor Chroom VI. Volgens Harmen IJdema levert de combinatie van pre-anodiseren met lakken bij zware belastingen zoals in de kuststrook en bij zware industrie een beter systeem op dan met Chroom VI. “Pre-anodiseren is technisch gezien een fantastisch fenomeen. Filiforme corrosie is in de wereld van aluminiumtoepassingen echt een serieus probleem. Vandaar dat er altijd wel belangstelling voor was, maar kwam het in ons land nauwelijks van de grond, onder meer door sommige Qualicoat-specificaties. Binnen Qualicoat is enkele jaren geleden het besef ontstaan dat die normen verouderd waren en vernieuwd moesten worden.”

Aluminium profielen in het proces van pre-anodiseren

DIVERSE PARAMETERS GEWIJZIGD

Dat vernieuwen was vooral gericht op praktijkgericht onderzoek doen naar de huidige stand der techniek. De werkgroep Pre-anodiseren is daarvoor opgericht, waarvan de leden uit Duitsland en Nederland kwamen. De werkgroep heeft vooral gekeken naar diverse Qualicoatparameters voor het pre-anodiseren. Het onderzoek heeft geleid tot aanpassingen daarvan zodat die beter zijn omschreven, maar vooral meer ruimte bieden aan het pre-anodiseren. Zo is nu voor de laagdikte gedefinieerd dat die zich moet bevinden tussen de vier en tien micrometer. Verder stond in de Qualicoat-specificaties dat het pre-anodiseren en het aanbrengen van een coating altijd op één locatie moest worden uitgevoerd en dan ook nog binnen 16 uur. Op basis van voortschrijdend inzicht is dat nu veranderd.

“Die 16 uur was gebaseerd op de aanname dat als na het pre-anodiseren de poriën te lang open zouden staan, die weer zouden gaan oxideren, zeg maar dichtgroeien. Nu is na onderzoek vastgesteld dat dat anders functioneert. Daarom zegt de nieuwe norm dat 16 uur geldt wanneer het preanodiseren en het coaten achter elkaar plaatsvinden. Maar je mag het nu ook maximaal 72 uur bewaren. Voorwaarde is dan wel dat je eerst moet spoelen, dan drogen en vervolgens mag je de coating aanbrengen. Die tijd dat het open mag staan, is dus verruimd. Het werk moet nog steeds wel onder één dak worden uitgevoerd. Hierover is ook binnen de werkgroep discussie ontstaan, want die 72 uur schept de mogelijkheid van coaten op een andere locatie. Maar dit wordt een zware dobber. Als bedrijf A pre-anodiseert en bedrijf B poedercoat en op het eind valt het poeder eraf: waar is het dan fout gegaan?”

IJdema denkt dat het technisch allemaal wel te regelen is, maar dat een moeilijk juridisch vraagstuk dreigt. “Hoe ga je borgen dat er goed is gepre-anodiseerd voordat het naar de coater is vervoerd? Ook het transport is cruciaal. Er moet geen twijfel over bestaan dat de producten droog, schoon en op de juiste manier zijn verpakt en dat er tijdens het transport geen blootstelling is geweest aan stof, gassen of dampen. Hoe kunnen we het technisch borgen? Daarnaast moet er juridisch goed gekeken worden hoe je tot afspraken kunt komen bij kwaliteitsproblemen.”

Anodisatielijn van Alural in Lummen

SPECIFICATIES

Daarnaast zijn er nog enkele andere parameters gewijzigd. Tot 1 januari mocht de temperatuur bij het spoelen niet hoger zijn dan 60 graden. Dit was omdat men ervan uitging dat bij hogere temperaturen de poriën weer zouden gaan oxideren. Na onderzoek is vastgesteld dat het spoelen bij hoge temperaturen geen problemen oplevert. Nu mag men dus op hogere temperaturen spoelen. Verder heeft men vastgesteld dat wanneer je na het pre-anodiseren en het spoelen ook nog een conversielaag aanbrengt, dat dat tot een beter resultaat leidt dan zonder conversielaag. Zo’n laag moet dan wel voldoen aan de Qualicoat-specificatie. Ook is er een nieuwe eis toegevoegd. Deze houdt in dat van het aluminium minimaal twee gram per vierkante meter gebeitst moet worden voordat je gaat pre-anodiseren. Dat is om een zuivere aluminiumlegering te krijgen met het oog op toepassingen bij zware belastingen.

Is nu alles geregeld? Nee, het juridische vraagstuk bij pre-anodiseren en coaten op twee locaties is nog niet opgelost, maar ook moet er in internationaal verband nog eens goed gekeken worden naar de kwaliteit van de aluminiumlegeringen. Toen IJdema tijdens de WOT een presentatie gaf over pre-anodiseren kwam dit uit de zaal naar voren. “We praten dus over de verschillende parameters in de voorbehandeling die gespecificeerd zijn. Maar hoe zit het met de specificatie van het aluminium en de legeringen, zo vroeg iemand in de zaal zich hardop af. Dat is een serieuze opmerking, want er zijn aanwijzingen dat de kwaliteit van de aluminiumlegeringen achteruit gaat en dat dat komt door het schroot dat er tijdens het proces aan wordt toegevoegd. Tegelijkertijd ziet men in sommige landen filiforme corrosie weer de kop opsteken. Binnen de gelederen van Qualicoat was Nederland één van de initiatiefnemers om een voorstudie hiernaar te gaan doen in internationaal verband. Hoe kunnen we vanuit Qualicoat grip krijgen op de handelswijze in de aluminiumindustrie? Genoeg werk aan de winkel dus.”