Jaap van Peperstraten

Niemand wil brand en er zijn tal van maatregelen, normen en voorschriften om de kans op brand te verkleinen. Eén van de maatregelen is de toepassing van brandwerende coatings. Maar de toepassing daarvan moet wel verstandig en zorgvuldig gebeuren wil het gewenste effect ook in werking treden. In de praktijk zijn er tal van omstandigheden die op gespannen voet staan met de juiste toepassing. Wat zijn dan precies de aandachtspunten?

Een organisatie die specifiek is opgericht om zich in te zetten voor de brandveiligheid van gebouwen is Brandveilig Bouwen Nederland (BBN). Deze organisatie wil meer kennis over en verantwoordelijkheidsbesef voor bouwkundige brandpreventie bereiken evenals de toepassing van aantoonbaar brandveilige bouwmaterialen en constructies. Leo Oosterveen, directeur van BBN, maakt meteen duidelijk wat de lijfspreuk is van “zijn” organisatie: “Bij brand moet het gebouw blijven staan. Dat is een geweldige open deur, maar iedereen die bij het ontwerp, de bouw en het beheer van een gebouw betrokken is, moet zich daar heel goed bewust van zijn. In dat hele proces zijn er tal van momenten waarop een ander belang net even iets meer gewicht krijgt, met alle risico’s van dien. Ook bij de toepassing van brandwerende coatings moeten er verstandige keuzes worden gemaakt, maar in de praktijk wil dat er wel eens bij inschieten.”

De reden voor de lijfspreuk van BBN is dat wanneer een brandend gebouw instort, de kans op verergering van de situatie sterk toeneemt. Door instorting kunnen bijvoorbeeld vluchtwegen worden afgesloten en ook neemt de kans op uitbreiding van de brand naar andere verdiepingen en aangrenzende gebouwen enorm toe. Instorting voorkomen betekent dus dat de constructie moet blijven staan en in veel gevallen wordt de constructie gedragen door stalen balken die in onbeschermde staat niet tegen temperaturen kunnen van pakweg duizend graden Celsius. In die situatie verliezen ze hun dragend vermogen. Recentelijk kwamen overigens constructies van bouwwerken in het nieuws (parkeergarages, het dak van een voetbalstadion) die het begaven zonder dat er een vlammetje aan te pas kwam.

Brandweerlieden aan de slag

ESSENTIËLE CONTROLEPUNTEN

Leo Oosterveen: “Als BBN zijn wij behoorlijk van die incidenten geschrokken. In het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de instorting van de parkeergarage in Eindhoven staat dat die parkeergarage op een warme dag, dus bij 30 graden, instortte. Die Raad legde de relatie met die temperatuur, maar bij brand is de temperatuur veel hoger. De constructeur moet in zijn berekeningen altijd de kans op brand meenemen, maar wij vragen ons af of dat ook altijd wel gebeurt. Het maakt daarbij niet uit of er met hout, beton of staal gebouwd wordt. Wij willen geen angst zaaien, maar hebben wel signalen dat constructieberekeningen niet altijd volledig zijn qua brandrisico’s. Om iedereen bij de bouw concrete handvatten te geven om na te gaan of bouwkundige brandpreventie gedurende de hele rit voldoende aandacht krijgt of heeft gekregen, brengen wij sinds 2005 het boekje De essentiële bouwkundige controlepunten uit. Ieder jaar verschijnt daar een geactualiseerde versie van. Dit jaar op de komende BBN-Studiedag op 21 november.” (Zie Borg uw brandveiligheid!).

Die uitgave bevat onder meer aandachtspunten bij verschillende bouwmaterialen, doorvoeringen, regels & normen en checklists. Bij brandwerende constructies is het zogenoemde R-criterium de belangrijkste classificatie. Dit R-criterium geeft een maat gedurende welke tijd het draagvermogen van de constructie behouden moet blijven. Oftewel: de constructie moet beschermd worden en dat kan grofweg op drie manieren: door de toepassing van plaatmateriaal, betonmortel of brandwerende coatings. Over iedere categorie is heel veel te zeggen op het gebied van eisen, normen, montagevoorschriften en dergelijke. Bij brandwerend mortel is bijvoorbeeld de onderlaag heel belangrijk in verband met de hechting van de mortel. Bij brandwerende coatings staat natuurlijk ook het R-criterium centraal en met het oog daarop is het van groot belang precies te weten waar en hoe die coating precies aangebracht moet worden.

Gebouw in Brand

AANDACHTSPUNTEN

“Als je dat niet weet, moet je vragen stellen. Als de constructie bijvoorbeeld gebogen is, mag je je afvragen of de brandwerende coating dan wel goed werkt. Zo’n coating gaat bij brand opschuimen, tot wel twintig keer de oorspronkelijke dikte. Bij een bocht kan dat tot knelpunten leiden. Is daar voldoende over nagedacht? Verder maakt het nogal uit of je het gaat aanbrengen op een H-balk of een ronde balk. Om te voorkomen dat bij een ronde balk barsten ontstaan bij brand, moet je daarvoor een specifieke brandwerende coating gebruiken. Verder moet je een aantal dingen weten: hoeveel lagen en welke laagdikte per laag, zowel droog als nat, is nodig? Wat is de temperatuur en
 

Leo Oosterveen

de relatieve vochtigheid ter plekke tijdens het aanbrengen? Dat kun je eenvoudig meten, maar je moet het niet beneden meten terwijl het op 40 meter hoogte wordt aangebracht. En is er vooraf voldoende nagedacht over moeilijk bereikbare plaatsen?”

Hij vervolgt: “Een apart aandachtspunt bij stalen balken zijn de bouwverbindingen. Soms zitten die heel dicht bij elkaar waardoor coatings bij het opschuimen elkaar wegdrukken en hitte makkelijk bij het staal kan komen. Ook de droogtijd moet je in aanmerking nemen, want die is ook van invloed op de bouwtijd. Als de applicatie in een afgesloten ruimte plaatsvindt, kun je al die condities makkelijker onder controle houden, maar dan wordt een zorgvuldig transport weer heel belangrijk. Als de balken omhoog gehesen worden, kunnen ze tegen elkaar knallen met beschadiging tot gevolg. Wie gaat dat constateren en besluiten dat die beschadiging eerst hersteld moet worden? Ook diegene die de balken monteert, moet zich van de risico’s bewust zijn. Maar vaak zijn tijd, moeite en kosten een nauwelijks uitgesproken reden om gewoon maar door te gaan. Kortom, bewustzijn en communicatie tijdens het hele traject zijn heel belangrijk om de risico’s zo laag mogelijk te krijgen, maar we zien dat daar niet altijd voldoende aandacht voor is.”

Stalen balk aan een plafond zonder brandwerende coating

STRATEGISCHE KERNTHEMA’S

Anders gezegd: de borging van de brandveiligheid loopt in het hele bouwtraject butsen en blaren op. De persoon of entiteit die daarmee het hardst geconfronteerd wordt, is de gebouweigenaar. Die is verantwoordelijk voor de veiligheid van de mensen in het gebouw. Die moet ervoor zorgen dat bij brand het gebouw leeg is als de brandweer komt. Dit vertaalt zich in de (brandwerende) eisen aan de constructie. Volgens Oosterveen kunnen nog wel meer mensen zich hier bewust van zijn. Overigens: ook de werkgever is verantwoordelijk voor de veiligheid van de werknemers. Bij de bouw van een gebouw moet vooraf een onderbouwde risicoinschatting worden gemaakt die bepalend is voor het veiligheidsniveau van de constructie en daarmee voor de bescherming daarvan. Bij de uitwerking kan men gebruik maken van de eerdergenoemde Essentiële bouwkundige controlepunten, maar ook van de uitgebreide Checklist brandwerende coatings op staalconstructies van de Kennisgroep brandwerende coatings, een onderdeel van BBN. Voldoende werk aan de winkel dus. Waar gaat BBN zich de komende jaren specifiek op richten? Leo Oosterveen: “Wij moeten constant blijven hameren op brandveiligheid. Het klinkt misschien wel idealistisch, maar wij hebben een missie en die is dat iedereen in de hele keten ervan doordrongen moet zijn dat bij brand het gebouw moet blijven staan. Daarom moeten betrokkenen weten hoe het zit en als je het niet weet, moet je vragen stellen. Samen met de stakeholders willen we met het oog op de brandveiligheid drie strategische kernthema’s gaan oppakken:

  1. De kwaliteit van de montage van de constructie
  2. De veiligheid van de gebruikers
  3. Bedrijfscontinuïteit.

Bij het eerste punt kun je opmerken dat een goede montage ook heel belangrijk is in de brandpreventie. Met het tweede punt willen we de nadruk leggen op een risicobenadering waarbij je heel goed kijkt of mensen wel op tijd het gebouw uit kunnen zijn. Wij denken dat het Bouwbesluit daarin onvoldoende scherp is. Berucht is de brand in de Grenfell Tower in Londen. We moeten niet denken dat zo’n brand in Nederland onmogelijk is.”