Inmiddels is de REACH directive alweer 15 jaar een feit. Veel informatie over chemische stoffen is ingewonnen en gerubriceerd, wat de nodige wetgeving heeft opgeleverd. Ook is het eerste grote autorisatieproces, chroomtrioxide, inmiddels voltrokken. Terugkijkend is de algemene conclusie dat REACH veel heeft gebracht aangaande veilig- en milieuvriendelijk werken, maar dat het ook wel een erg dure en administratieve zware belasting is voor zowel de overheid alsook voor de bedrijven. Tijd om na te denken over de mogelijke verbeteringen?

De verbeteringen in REACH kunnen niet los worden gezien van de EU Green Deal en de EU Chemicals Strategy.

Op 12 november waren 40 mensen fysiek aanwezig in Brussel. Behalve mensen van DG GROW en DG ENV, waren er mensen van NGO's zoals Client Earth,  werknemersvertegenwoordigers vanuit de vakbonden en ondernemersvertegenwoordigers vanuit brancheverenigingen. Uiteraard was CETS/ION er namens u ook. Het programma bestond uit een plenair deel aan het begin (introductie) en het einde (presenteren van de resultaten) van de dag en daartussen 8 discussierondes over diverse thema's in kleine groepen. Behalve de fysieke aanwezigen waren er voor het plenaire gedeelte ook nog ongeveer 300 mensen online aanwezig.

Van tevoren was een lijvig document toegestuurd waarin enkele scenario's waren uitgewerkt. Deze scenario's zijn:

  • REACH blijft zoals het nu is.
  • REACH blijft in de basis hetzelfde, alleen worden er vereenvoudigingen doorgevoerd en mogelijk meer inspraakmomenten gecreëerd.
  • Binnen REACH worden de autorisaties en de restricties als procedure samengevoegd.
  • De autorisaties worden uit REACH gehaald als mogelijkheid, en alleen restricties zijn dan nog mogelijk.

Het zou te ver voeren om nu een verslag te geven van alles wat besproken is. Maar van enkele punten is het wel relevant om te weten dat ze zijn besproken. Deze zijn onder andere:

  • REACH is belangrijk voor het stimuleren van innovatie, maar wat is/wordt het ambitieniveau?
  • Moeten nationale overheden de gelegenheid krijgen om ook nationale autorisaties uit te kunnen voeren?
  • De onzekerheid over de uitkomst van de procedure is te groot, het tijdsbeslag te veel en de kosten te hoog.
  • De nadruk zou minder moeten liggen op substitutie. Nu is substitutie zo ongeveer de heilige graal, terwijl veel stoffen niet (op korte termijn) te vervangen zijn. De nadruk moet veel meer komen te liggen op veilig- en milieubewust werken. Blootstellingsinformatie moet veel meer aan het begin van de procedure zitten in plaats van aan het einde.
  • Innovatie is niet hetzelfde als substitutie. En ook zaken die effect hebben op circulair (lange levensduur) en klimaat (minder CO2 uitstoot) moeten meegewogen worden.
  • Er moet een beter onderscheid gemaakt worden tussen productiestoffen, en stoffen die in het eindproduct zitten.
  • Er moet meer samenhang komen tussen REACH en andere wetgeving.
  • Er moet minder nadruk komen op het gevaar van een stof en veel meer nadruk komen te liggen op de risico's bij gebruik van een stof.
  • Het Level Playing Field moet goed in de gaten worden gehouden. In de EU moet handhaving per land gelijk zijn, en er moet voor gewaakt worden dat werkzaamheden niet (onveilig) buiten de EU gaan plaatsvinden.
  • De overheid moet inzetten op "toegang tot relevante data", en niet inzetten op "het vergaren van zoveel mogelijk data". En niet elke dienst moet zijn eigen format ontwikkelen. Ook moeten diensten geen eigen toevoegingen maken op wetgeving.
  • Afval en afvalvermindering door hergebruik moet gefaciliteerd worden, en niet ontmoedigd.
  • Welke financiële instrumenten zijn mogelijk om deze vorm van innovatie te stimuleren?
  • Het "Essential Use" concept moet zodanig uitgewerkt worden dat het eenduidig is en niet het Level Playing Field verstoort.

Uiteraard is er stevig gediscussieerd, en zijn er door de DG's aantekeningen gemaakt die meegenomen worden in het verdere proces. Voor de goede orde, in deze vergadering zijn (nog) geen conclusies getrokken, alleen aandachtspunten benoemd. De volgende vergaderingen worden voorzien in maart en in juni 2022, waarna einde 2022 de concepttekst gereed moet zijn voor commentaar.