In 2012 stelde de Europese Commissie (EC) de Europese Energie-Efficiency Richtlijn (EED) vast. De richtlijn vermeldt de Europese doelstelling van een 20% lagere Europees energieverbruik in 2020. Het bevat zowel verplichtingen voor lidstaten als bedrijven.

De tijdelijke regeling implementatie artikelen 8 en 14 richtlijn energie-efficiëntie is in juli 2015 in werking getreden. Artikel 8 gaat over de uitvoering van energie-audits door grote ondernemingen. Artikel 14 betreft de kostenbatenanalyse bij nieuwbouw en renovatie van grotere stookinstallaties. De regeling kunt u vinden op overheid.nl (directe link).

Voor wie geldt artikel 8 van de EED (energie-audit)?
Heeft u een onderneming met meer dan 250 FTE? Of heeft de onderneming een jaaromzet van € 50 miljoen of meer en een jaarlijkse balanstotaal van meer dan € 43 miljoen? Dan is de energie-audit op u van toepassing.  Voor veel grote ondernemingen geldt de auditplicht niet omdat zij al standaard een audit uitvoeren. Zoals voor bedrijven die deelnemen aan de Meerjarenafspraak energie-efficiëntie 2001-2020 (MJA3) of de Meerjarenafspraak energie-efficiëntie ETS-ondernemingen (MEE). Maar ook bedrijven met een internationaal erkend energie- of milieubeheerssysteem hoeven deze energie-audit niet uit te voeren.

De EEP
Het energie-efficiëntieplan (EEP) geeft inzicht in de energetische situatie en de besparingsopties van uw bedrijf. Het EEP is een instrument voor het plannen van maatregelen en kan een  belangrijk onderdeel vormen van uw duurzaamheids- en strategische beleid. Elk bedrijf dat deelneemt aan een meerjarenafspraak energie-efficiëntie (MJA3 / MEE) moet, binnen 9 maanden na ondertekening van of toetreding tot deze meerjarenafspraak, een (concept) EEP opstellen. Het EEP moet vervolgens iedere 4 jaar geactualiseerd worden. 

Monitoring van de bereikte resultaten
Elk jaar, uiterlijk op 1 april, leveren deelnemers aan MJA3/MEE hun monitoringgegevens aan bij RVO.nl. Op basis van de gerapporteerde resultaten ontvangen bedrijven al dan niet een zogenaamde voortgangsverklaring. Om in aanmerking te komen voor teruggave van betaalde energiebelasting bij een verbruik boven 10 miljoen kWh, moeten bedrijven zo’n voortgangsverklaring kunnen overleggen aan de belastingdienst.

Actualiseren energie-efficiëntieplan periode 2017-2020
Voor deelnemers aan het MEE-convenant moet het EEP uiterlijk op 1 oktober 2016 geactualiseerd zijn voor de periode 2017-2020. Voor deelnemers aan het MJA3-convenant gelden 2 indieningsdata: 1 oktober 2016 en 15 november 2016. De datum voor de oppervlaktebehandelende industrie is 15 november 2016.

Niet ETS-bedrijven en bevoegd gezag wet Milieubeheer
Voor bedrijven die niet deelnemen aan de Europese CO2-emissiehandel (ETS) is het EEP ook belangrijk voor de invulling van het energieaspect in het kader van het Activiteitenbesluit of de milieuvergunning. Deze plannen worden beoordeeld door het bevoegde gezag. Op het moment dat u het EEP bij RVO.nl heeft ingediend wordt u daarom geacht uw bevoegde gezag hiervan op de hoogte te stellen.  Is uw bedrijf echter een ETS-inrichting, dan speelt het bevoegde gezag geen rol bij de totstandkoming van uw EEP.

Activiteitenbesluit
Bedrijven zijn verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen. Dit geldt voor bedrijven met een verbruik van meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 m3 aardgasequivalenten (Aeq). De energiebesparing levert ten opzichte van de investering al snel geld op. In het Activiteitenbesluit, art. 2.15, staat beschreven dat ondernemers verplicht zijn alle maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of korter. In de bebouwde omgeving zijn veel maatregelen die een korte terugverdientijd hebben. Een terugverdientijd is afhankelijk van de energieprijs. Daarom zijn voor het verduidelijken van deze maatregelen erkende maatregelenlijsten opgesteld om zo discussies te vermijden. Kan een bedrijf kan laten zien dat hij voldoet aan de erkende maatregelenlijsten? Dan gaat het bevoegd gezag ervan uit dat de onderneming voldoet aan het Activiteitenbesluit.

Er zijn op dit moment  erkende maatregelenlijsten beschikbaar voor de sectoren kantoorgebouwen, overheden en defensie, voor gezondheids- en welzijnszorginstellingen, onderwijsinstellingen, metalektro en mkb-metaal, autoschadeherstelbedrijven, rubber- en kunststofindustrie en commerciele datacenters.

Voor een aantal andere sectoren zijn erkende maatregellijsten in ontwikkeling. Voor de oppervlaktebehandelende industrie wordt mogelijk in 2016 een start gemaakt. 

Energielabel en activiteitenbesluit
In de erkende maatregelenlijsten wordt verwezen naar het Energielabel. Van kantoren met een Energielabel C wordt verwacht dat zij voldoen aan de gebouwgebonden maatregelen voor de verwarmingsinstallatie, isolatie van de buitenmuur, vaste verlichting en ventilatie-installatie.

Bevoegd gezag en InfoMil
Infomil is het kenniscentrum voor het bevoegd gezag rondom onder andere energiebesparing en bedrijven. De toezichthoudende taken worden veelal uitgevoerd door een Regionale Uitvoeringsdienst of Omgevingsdienst. Dit verschilt per regio. Het bevoegd gezag kan zijn eigen handhavingsstrategie bepalen. Vaak begint het bevoegd gezag ermee om in gesprek te gaan met een bedrijf en te stimuleren om maatregelen te nemen. Als stok achter de deur kan een handhavingstraject worden ingezet, waarbij uiteindelijk maatregelen ook kunnen worden afgedwongen.

Energieakkoord
In het Energieakkoord zijn afspraken gemaakt voor de intensivering van het toezicht en de handhaving op de energieaspecten in het Activiteitenbesluit. De VNG stimuleert gemeenten om meer uit energiebesparing bij bedrijven te halen.

Om als bedrijf snel en eenvoudig te kunnen laten zien dat er wordt voldaan aan deze wetgeving, wordt het instrument Energie Prestatie Keuring ontwikkeld.

Het Expertisecentrum Energiebesparing helpt brancheorganisaties, bedrijven en bevoegde gezagen bij kennisoverdracht rondom het uitvoeren van energiebesparing.

MJA en het Activiteitenbesluit
Ook MJA-deelnemers moeten voldoen aan het Activiteitenbesluit, maar voor wat betreft de energiebepalingen in art. 2.15 is in het MJA-convenant afgesproken dat bedrijven via hun deelname aan MJA3 aan de eisen voldoen.  Ieder jaar leggen ze verantwoording af via de monitoring rondom het energieverbruik en de genomen maatregelen en elke Elke 4 jaar maken zij een Energy efficiency plan (EEP), wat wordt getoetst door RVO.nl en van een advies wordt voorzien voor het bevoegd gezag. Bij de toetsing worden tevens de wettelijke bepalingen conform het Activiteitenbesluit meegewogen. Daarnaast zijn bedrijven verplicht een Energiezorgsysteem toe te passen.

Voor meer informatie over bovenstaande en/of subsidies, kijk op het ledengedeelte van de website.