De overheid lijkt een nieuwe strategie te hebben ingezet om de industrie te bewegen naar lagere grenswaarden. Stel een extreem lage grenswaarde voor en laat de industrie dan aangeven hoever ze kunnen komen. Voordeel voor de overheid; de kosten liggen bij de industrie. Vraag is: hoe gaat de industrie hiermee om?

In principe kan elk individueel bedrijf bezwaar aantekenen tegen een voorgestelde grenswaarde. Dit vraagt wel een goed inzicht van de bedrijven in de lopende ontwikkelingen in Den Haag en Brussel, en vraagt tijd en geld om bezwaren te onderbouwen. Daarbij ontstaat wel het risico dat bedrijven onderling afwijkende bezwaren en voorstellen hebben.

Voor de oppervlaktebehandelende branche is Vereniging ION het collectief die dit namens u doet. Vereniging ION volgt de ontwikkelingen op de voet en beoordeeld de voorstellen. Voor isocyanaten was geen informatie beschikbaar, omdat er in Nederland nog geen publieke grenswaarde is. Wel is inmiddels een private grenswaarde bepaald, die gebaseerd is op buitenlandse grenswaarden. Om inzicht te krijgen in de werkelijke waarden van blootstelling aan isocyanaten is op verzoek van Vereniging ION bij een referentiebedrijf een aantal metingen uitgevoerd. Van deze metingen is een rapport opgemaakt. De gemeten waarden liggen (ruim) boven de voorgestelde grenswaarde, maar ook ruim onder de vastgestelde private grenswaarde. 

Omdat de oppervlaktebehandelende branche niet de enige branche is die een effect heeft van de voorgestelde grenswaarde, worden ook in 6 andere branches metingen gedaan. 

Daarnaast hebben de 7 branches een opdracht verstrekt aan RPS om een bureaustudie te doen. Alle historische data op het gebied van metingen van isocyanaten wordt bij elkaar gevoegd in een (lijvig) rapport.

Gezamenlijk brengen de 7 brancheverenigingen verslag uit aan de SER, en tevens worden daarbij de mogelijke maatregelen vermeld om tot een zo laag mogelijke grenswaarde te komen. Immers, ook bij de industrie is het uitgangspunt dat mensen die met stoffen werken, dat veilig moeten kunnen doen.

Door gezamenlijk op te trekken worden realistische waardes het uitgangspunt, waarbij gezocht wordt naar een combinatie van veilige en uitvoerbare werkomstandigheden. Bijkomend voordeel is ook nog dat de kosten over de diverse bedrijfstakken worden verspreid.  

Het voordeel voor de overheid is dat ze nu beschikken over data die de industrie zelf heeft geproduceerd, en waarbij de maatregelen gedragen worden door de industrie. Er hoeft nu alleen nog te worden nagegaan of de door de industrie voorgestelde waarden wel zorgen voor een grenswaarde die als effect heeft dat mensen geen gezondheidsschade oplopen. Daarnaast worden de eenmaal vastgestelde grenswaarden door de brancheverenigingen snel omgezet in informatie voor individuele bedrijven, en kan er snel tot implementatie van eventueel aanvullende maatregelen worden overgegaan.

Voor isocyanaten wordt momenteel gewerkt aan een reactie voor de SER. Deze was oorspronkelijk gevraagd voor 1 september 2020, maar deze datum is op verzoek van de industrie verschoven naar 1 april 2021. Omdat ook deze datum niet haalbaar lijkt, zal op korte termijn een tussenrapport aan de SER worden gestuurd met daarin ook het verzoek voor nog 6 maanden uitstel.

Zie ook het artikel: https://vereniging-ion.nl/nieuws/gezondheidsraad-stelt-grenswaarde-isocyanaten-01mg-nco/m3